machten van 10

Vaardigheden
machten van 10
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vaardigheden
machten van 10

Slide 1 - Slide

het begin...
1010=102=100

Slide 2 - Slide

het begin...
1010=102=100
101010=103=1000

Slide 3 - Slide

het begin...
1010=102=100
101010=103=1000
10101010=104=10000

Slide 4 - Slide

het begin...
1010=102=100
101010=103=1000
10101010=104=10000
1010101010101010=108=100000000

Slide 5 - Slide

is gelijk aan:
105
A
100 000
B
1 000 000
C
10 000 000
D
100 000 000

Slide 6 - Quiz

10 000 is gelijk aan:
A
102
B
103
C
104
D
105

Slide 7 - Quiz

1 000 000 000 is gelijk aan:
A
103
B
106
C
109
D
1012

Slide 8 - Quiz

is gelijk aan:
106
A
100 000
B
1 000 000
C
10 000 000
D
100 000 000

Slide 9 - Quiz

Het begin II....
iets lastiger....

101=1011=0.1

Slide 10 - Slide

Het begin II....
iets lastiger....

101=1011=0.1
103=1031=1010101=0.001

Slide 11 - Slide

Het begin II....
iets lastiger....

101=1011=0.1
103=1031=1010101=0.001
105=1051=10101010101=0.00001

Slide 12 - Slide

is gelijk aan:
102
A
100
B
1000
C
0,001
D
0,01

Slide 13 - Quiz

is gelijk aan:
104
A
10 000
B
1 000
C
0,001
D
0,0001

Slide 14 - Quiz

0,001 is gelijk aan:
A
102
B
103
C
104
D
105

Slide 15 - Quiz

wetenschappelijke notatie
3000=31000=3103

Slide 16 - Slide

wetenschappelijke notatie
3000=31000=3103
4500=4,51000=4,5103

Slide 17 - Slide

wetenschappelijke notatie
3000=31000=3103
4500=4,51000=4,5103
23000=2,310000=2,3104

Slide 18 - Slide

wetenschappelijke notatie
3000=31000=3103
4500=4,51000=4,5103
23000=2,310000=2,3104
0,078=7,80,01=7,8102

Slide 19 - Slide

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
220

Slide 20 - Open question

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
380 000

Slide 21 - Open question

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
0,0045

Slide 22 - Open question

Schrijf in wetenschappelijke notatie:
0,013

Slide 23 - Open question

rekenen met machten van 10
102103=(1010)(101010)=105

Slide 24 - Slide

Waarom?
Overzichtelijker
makkelijker
machten van 10 kun je vervangen door voorvoegsels. daarover de volgende keer meer!

Slide 25 - Slide

Machten van 10

Slide 26 - Slide