H: grammaire & écrire.

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

v12: mardi, le 24 juin 2025.

v11: mercredi, le 25 juin 2025.

But:

- Ik kan de letters f en v goed uitspreken.

- Ik kan vertellen waar ik woon en wat ik ga doen. 

- Ik kan het werkwoord aller en de futur proche gebruiken. 

- Ik kan iemand uitnodigen voor een feest en vertellen wat we gaan doen.

Cours:

Overhoren: bron A t/m F.

Uitleg: aller & futur proche. 

Zelfstandig werken. 

Evaluatie. 

Devoirs:

N: 20 t/m 26.

M: 27abcd, 28, 30bd, 31, 33.

L: bron A t/m H.

Woensdag 2 juli: PW chapitre 6.

la chose

chez moi

faire du foot

demain

Comment on va au cinéma?

Oui, on va faire les magasins. 

je moet

het dorp

werken

laat

Gaan we gamen?

Wat gaan we samen doen?

het ding

bij mij thuis

voetballen

morgen

Hoe gaan we naar de bioscoop?

Ja, we gaan winkelen.  

Il faut

le village

travailler

tard

On va jouer à la console?

Qu'est-ce qu'on va faire ensemble?

aller

Sleep de juiste vertaling naar de Franse vorm van ALLER

il/elle va

nous allons

vous allez

ils/elles vont

tu vas

je vais

wij gaan

zij gaan

ik ga

jullie gaan

jij gaat

hij/zij gaat

Aller	Gaan
Je	Ik ga
Tu	Jij gaat
Il / elle	Hij / zij ga
on	wij gaan
nous	wij gaan
vous	jullie gaan / u gaat
Ils / Elles	zij gaan

Verbe "Aller" 

vas

va

vont

allons

vais

allez

va

Aujourd'hui

(vandaag)

Hier

(gisteren)

Demain

(morgen)

Présent

passé composé

Futur proche

Uit welke twee elementen bestaat de futur proche in het Frans?

Sleep die  elementen naar de juiste vakjes.

+ 

Vorm van het hulpwerkwoord être

Vorm van het hulpwerkwoord aller

Heel werkwoord

Voltooid deelwoord

Zet de juiste tijden bij de werkwoordsvorm

futur proche

passé composé

présent

aller + infinitief

stam + uitgang

hulp ww + voltooid deelwoord

passé composé

Futur proche

présent

Ils ont regardé

ils vont chercher

je suis venu

tu cherches

je vais partir

Nous rentrons