écrire, fuir, lire, rire

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

écrire, fuir, lire, rire

tu sais conjuguer ces verbes irréguliers ?

écrire, fuir, lire, rire,
Wat is de Nl vertaling?

1. schrijven, vluchten, leven, raden
2. schrijven, weggaan, lezen, lachen
3. schrijven, ontsnappen, lezen, lachen
4. schrijven, vluchten, lezen, lachen

wat is de passé composé van 'fuir' ?

1. j'ai fuit
2. je suis fuité
3. j'ai fui
4. je suis fuisé

il riait
in welke tijd is dit werkwoord vervoegd?

1. présent
2. futur
3. futur du passé/conditionnel
4. imparfait

elles écriront, in welke tijd staat dit werkwoord?

1. présent
2. futur
3. futur du passé /conditionnel
4. imparfait

noteer het rijtje van 'écrire' in de présent

wat is de correcte vertaling van
'je lirais'

1. ik lees
2. ik las
3. ik zal lezen
4. ik zou lezen

wat hebben de werkwoorden
aller - avoir - être - faire
met elkaar gemeen ?

1. ze zijn onwijs onregelmatig
2. ze worden veel gebruikt
3. ze zijn heel makkelijk
4. ze zijn regelmatig

wat is het voltooid deelwoord van
avoir

1. avé
2. avu
3. aura
4. eu

hoe zeg je in het Frans:
ik ben geweest ?

1. je suis allé
2. je suis été
3. j'ai été
4. j'ai allé

als je in de vorige vraag 'je suis' allé had gekozen, zou er ... moeten staan als vertaling

1. ik was gegaan
2. ik ben gegaan
3. ik ging
4. ik was geweest

avoir en être zijn hulpwerkwoorden van de voltooide tijd, wanneer gebruik je 'avoir' wanneer 'être'?

tot slot:
ik heb een leuke uitwisseling gehad

1. j'ai avoiré une échange culturelle agréable
2. j'ai eu une échange culturelle agréable
3. j'ai été une échange culturelle agréable
4. j'ai avé ne échange culturelle agréable