Chapitre 5 les 5

1 / 24

Slide 1: Video

FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Plan du cours

mercredi le 8 avril

Corrigez vos devoirs

Écouter (luisteren)

Réviser(herhalen) la grammaire

Slide 2 - Slide

Les buts

Aan het eind van de les

-weet je hoe je de passé composé maakt

-welke werkwoorden er met être vervoegd worden

- weet je welk voorzetsels er voor landen en steden staan

Slide 3 - Slide

Corrigez ex 32b

Je m’appelle Louise. Je suis Française. J’habite à Caen. C’est en France. Mais en fait, je suis née à Montréal. C’est au Canada.

Mon père travaille pour une grande banque. C’est pourquoi on déménage souvent. J’ai aussi habité à Paris et à Zurich.

Mais maintenant, je suis contente d’être à Caen. C’est beaucoup plus calme. Mon père voyage toujours beaucoup. En ce moment, il habite au Japon. Ma mère, mon frère et moi, nous préférons rester en France.

Slide 4 - Slide

Corrigez 32 c

Exercice 32c

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

E G B F C J D I H A

Slide 5 - Slide

Corrigez 32 d

A (New York/ Londres/ Amsterdam/ Paris

En ( Angleterre/ Allemagne/ France / Suède

Au (Maroc/ Danemark/ Japon/ Sénégal

Aux (États-Unis/ Pays-Bas)

Slide 6 - Slide

Corrigez 33a

1 à

2 en

3 au

4 à

5 aux

6 à

Slide 7 - Slide

Corrigez 33b

1 Ils ont été à Rabat.

2 Ma tante a été à Montréal.

3 C’est au Canada.

4 Mon frère veut aller aux États-Unis.

5 Il veut aller à New-York.

Slide 8 - Slide

écouter

p67 TB

p 22, 23 WB

(ga via Magister ELO/leermiddelen naar grandes lignes 2h/vwo 5e editie Hoofdstuk 5 en zoek luisterfragment op)

La francophonie

Slide 9 - Slide

Passé composé

In het volgend fragment zie en hoor je Matt Pokora. In zijn liedje komen veel vormen voor van de passé composé. Luister en kijk en probeer de vormen te herkennen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Passé Composé

Slide 12 - Slide

Le passé composé = v.t.t.

Slide 13 - Slide

Être

Deze werkwoorden (huis van être) worden vervoegd met het werkwoord être in de passé composé:

Je suis tombé(e)

Elle est montée

Nous sommes arrivé(e)s

Slide 14 - Slide

Lees en leer

p 64 TB

Om te nog meer te oefenen kun je online opdrachten doen (slim stampen)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

voorzetsels bij steden/landen

-Marc habite à Bruxelles.

-J'ai été en France.

-Tu vas aux Etats-Unis?

-Non, je vais au Portugal.

Slide 17 - Slide

Les prépositions

Steden/dorpen: ''à'' --> à Bemmel

Vrouwelijke landen: ''en'' --> en France (La France)

Mannelijke landen: ''au'' --> au Maroc (Le Maroc)

Meervouw: ''aux'' --> aux Pays-Bas (Les Pays-Bas)

Wat moet je dus leren om dit toe te kunnen passen?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

voorzetsels bij landen- en stedennamen

| mannelijk | vrouwelijk | meervoud |

----------------------------------------------------------------

landen | au | en | aux |

----------------------------------------------------------------

steden | à | à | - |

---------------------------------------------------------------- werelddelen | - | en | - |

Slide 20 - Slide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 21 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open question

LET OP:

Formatieve toets gaat woensdag 15 april niet door. Dat doen we een week later op donderdag 23 april het 3e uur.

Op 20 april is de leestoets om 9 uur.

ATTENTION:

de formatieve toets over H 5 gaat volgende week woensdag NIET door. Deze wordt verplaatst naar 23 april (donderdag) het 3e uur.

Wel gaat op 20 april de leestoets door. Dit zal zijn om 9 uur.

Verder verwacht ik dat jullie deze week de opdracht over LES VACANCES (zie LessonUp van woensdag) naar mij opsturen.

Slide 23 - Slide

C'est la fin🏁

Les devoirs pour

mercredi 15 Avril

Apprendre (leren) p 64 TB et

p 43 WB

Slide 24 - Slide