Woorden 2.3

Woorden 2.3
Doelen:
- Je kent de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.
- Je kent de betekenis van de behandelde woorden. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woorden 2.3
Doelen:
- Je kent de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.
- Je kent de betekenis van de behandelde woorden. 

Slide 1 - Slide

Woorden 2.3
Bekijk de filmpjes voordat je de tekst gaat lezen in je theorieboek. Dit helpt je om de tekst te begrijpen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wie is Puck Meerburg?
A
een jongen die al heel jong leerde computeren
B
Een jongen die al heel jong leerde programmeren
C
Een jongen die heel jong naar de middelbare school ging
D
Een jongen die al heel jong voor Apple werkt.

Slide 4 - Quiz

Welke woordgrap wordt er in de titel van tekst 1 gebruikt?

Slide 5 - Open question

Woorden 2.3
Bekijk het filmpje. Dit filmpje hoort bij tekst 2.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Woorden 2.3
Lees tekst 2 en maak de bijbehorende vragen over de tekst.

Slide 8 - Slide

Woorden 2.3
In het Nederlands worden veel Griekse en Latijnse voorvoegsels en achtervoegsels gebruikt.  Als je de betekenis van deze woorden of woorddelen kent, kun je d ebetekenis van veel onbekende woorden afleiden.

Slide 9 - Slide

Woorden 2.3
In reclames wordt veel gebruik gemaakt van Griekse en Latijnse voorvoegsels. 

Schrijf de woorden, uit de volgende dia, met Griekse of Latijnse voorvoegsels op en zoek de betekenis van die woorden op.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Woorden 2.3
Kijk naar het volgende plaatje en beantwoord de volgende vragen:

1. Schrijf de woorden op waarin je een Grieks of Latijns voorvoegsel herkent. 
2. Wat suggereren deze voorvoegsels?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Woorden 2.3
Huiswerk:

Zie maandplanning
Huiswerk moet af zijn op 4 december 2018!!

Slide 14 - Slide