H5 - T5 - BS4

Thema 5
Basisstof 4: de nieren
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5
Basisstof 4: de nieren

Slide 1 - Slide

Begrippen BS4
nieren
nierschors
niermerg
nierbekken
urine
urineleiders
urineblaas
urinebuis
niereenheid 
nierbuisje
verzamelbuisje
lis van Henle
nierkapsel
kapsel van Bowman
ultrafiltratie
voorurine
terugresporptie
antidiuretisch hormoon (ADH)
waterhuishouding

Slide 2 - Slide

Leerdoelen bs4
Aan het eind van deze les kan ik...
  • beschrijven wat de bouw, de werking en de de functies van de nieren en urinewegen zijn.
  • uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren. 

Slide 3 - Slide

anatomie van de nieren

Slide 4 - Slide

anatomie van de nieren
urine wordt gevormd in de 
nierschors en niermerg  

Slide 5 - Slide

anatomie van de nieren
urine wordt gevormd in de 
nierschors en niermerg  en 
wordt verzameld in de nierbekken


Slide 6 - Slide

anatomie van de nieren
urine wordt gevormd in de 
nierschors en niermerg  en 
wordt verzameld in de nierbekken
de urine stroomt via de 
urineleider naar de urineblaas

Slide 7 - Slide

anatomie van de nieren
urine wordt gevormd in de 
nierschors en niermerg  en 
wordt verzameld in de nierbekken
de urine stroomt via de 
urineleider naar de urineblaas
de urine wordt afgevoerd via de urinebuis

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

we gaan even inzoomen

Slide 10 - Slide

de nieren
bevatten per nier ± 
1 miljoen niereenheden
niereenheid: 
nierbuisje (nierkanaaltje) 
-> vormt urine 
verzamelbuisje
-> verzameld gevormde urine naar de nierbekken

Slide 11 - Slide

de nieren
nierbuisje:
gekronkeld deel + 
lis van Henle 


Slide 12 - Slide

de nieren
kapsel van Bowman
-> nierkapsel
-> zeefje 

bloed in de 
nierslagadertjes + 
glomerulus (=haarvaten)+ nieradertjes

Slide 13 - Slide

vorming van urine: ultrafiltratie
bloed wordt geperst via de 
nierslagadertjes naar de 
glomerulus
-> hier is de druk zo hoog dat 
vocht + bloedplasma + kleine 
molecule in de nierkapsels 
geperst worden 

Slide 14 - Slide

vorming van urine: ultrafiltratie
bloed wordt geperst via de 
nierslagadertjes naar de 
glomerulus
-> hier is de druk zo hoog dat 
vocht + bloedplasma + kleine 
molecule in de nierkapsels 
geperst worden -> ± 150 liter per dag

Slide 15 - Slide

vorming van urine

Slide 16 - Slide

samenstelling lichaamsvloeistoffen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

terugresorptie tot urine 
veel vocht in voorurine (±150 liter!! per dag) 
dus veel wordt teruggehaald 
= terugresoprtie 
99%!!

ongeveer: 
1 - 1,5 liter per dag urine

Slide 19 - Slide

binas 85D

Slide 20 - Slide

AHD

Slide 21 - Slide

ADH regelkring

Slide 22 - Slide

Bevinden de nieren zich onder of boven het middenrif ?
A
onder
B
boven

Slide 23 - Quiz

Wat is geen functie van de nieren?
A
Overtollige stoffen zoals water en zouten verwijderen
B
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen afbreken en verwijderen
C
Zorgen voor homeostase in pH en osmotische waarde van het bloed
D
Afbraakprodukten vanuit de lever zoals ureum verwijderen

Slide 24 - Quiz

Loopt de nierslagader naar je nieren toe of van je nieren af?
A
naar je nieren toe
B
van je nieren af

Slide 25 - Quiz

Wat doen nieren?
A
Ze filteren bloed en verwijderen afvalstoffen (urine)
B
Ze maken nieuwe bloedcellen aan en verwijderen versleten bloedcellen
C
Ze nemen koolstofdioxide op en maken hier zuurstof van.
D
Ze helpen mee aan de vertering van moeilijke oplosbare stoffen zoals vetten

Slide 26 - Quiz

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 27 - Quiz

Met welk cijfer wordt op deze dwarsdoorsnede een nier aangegeven?
A
3
B
4
C
5
D
de nier staat er niet bij

Slide 28 - Quiz

Urine wordt tijdelijk opgeslagen in de blaas. De urineblaas kan ontstoken raken, door bacteriën die van buitenaf in de blaas terecht komen. Als deze bacteriën in een nierbekken terecht komen, dan kan een nierbekkenonsteking ontstaan.
Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën achtereenvolgens van buitenaf in het nierbekken terecht gekomen?
A
Urineblaas -> urinebuis-> urineleider -> nierbekken
B
Urineblaas -> urineleider -> urinebuis -> nierbekken
C
Urineleider -> urinebuis -> urineblaas -> nierbekken
D
Urinebuis -> urineblaas -> urineleider -> nierbekken

Slide 29 - Quiz

De nierader loopt van de nier in de richting van de onderste holle ader
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

De nieren filteren je bloed. In welk proces steken de nieren de meeste energie (ATP)?
A
Bloed filteren
B
Terughalen glucose
C
Terughalen water
D
Afvalstoffen weghalen

Slide 31 - Quiz

De afbeelding geeft onder andere een nier weer. Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 32 - Quiz

Stap 0:  Je bent flink aan het sporten geweest, je hebt gezweet
Stap 2
Stap 1
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Sensoren in de hypothalamus registeren een te hoge osmotische waarde (te weinig water in bloed).

Via de hypofyse komt ADH in het bloed.

ADH bereikt de nieren en nieren gaan meer water terugresorberen

De osmotische waarde van het bloed daalt.

Sensoren in de hypothalamus registeren de lagere (gewenste) osmotische waarde.

De hypothalamus wordt geremd in de afgifte van ADH.

De hypothalamus wordt hierdoor gestimuleerd om ADH te maken en via hypofyse uit te scheiden

Slide 33 - Drag question

Nierschors
Nierbekken
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 34 - Drag question

1)
Door .............................. stroomt O2-rijk bloed naar de nieren.

Dit bloed bevat ..................... afvalstoffen.


2) 
Door......................... stroomt O2-arm bloed weg van de nieren.

Dit bloed bevat ......................afvalstoffen







Veel
Weinig
de nierslagader
de nierader

Slide 35 - Drag question

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 36 - Drag question

Nieren
Rode bloedcellen
Rood beenmerg
Zuurstofvoorziening
EPO

Slide 37 - Drag question

De nier filtert onder andere ureum uit het bloed. Zet de onderdelen die een ureummolecuul passeert in de goede volgorde.
Nierslagader
Niermerg + nierschors
Nierbekken
Blaas

Slide 38 - Drag question

nier
long
maag
lever
hart
darm

Slide 39 - Drag question

Aan het werk!
Huiswerk:
opdrachten 27 t/m 31
zoek je verdieping? maakt opdracht 32

lees BS5

Slide 40 - Slide