Oefentoets H7

Economie
Oefenen H7
3 vmbo tl
OVERHEID
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie
Oefenen H7
3 vmbo tl
OVERHEID

Slide 1 - Slide

Quiz Time Time
Quiz Time

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Herhaling van leerdoelen H7.

Slide 3 - Slide

Wat doen we deze les?
  • Oefentoets feedback / bespreken / nakijken
  • Quiz
  • Vragen?
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Wat is de collectieve sector?
A
De 1e en de 2e kamer
B
De overheid en de instellingen voor sociale zekerheid
C
Het rijk, de provincies en de gemeentes
D
De overheid

Slide 5 - Quiz

Bekijk de verantwoordelijkheden hieronder. 
Bij welke lagere overheid horen ze?
Maatregelen tegen overstromingen
Aanleg voetbalveld
Uitbreiding dorpen en steden
gemeente
provincie
waterschap

Slide 6 - Drag question

Welke van de volgende bedrijven en instellingen behoren tot de collectieve sector en welke tot de particuliere sector? 
Collectieve sector
Particuliere sector

Slide 7 - Drag question

Een kaartje voor het zwembad kost € 5,40. Zonder subsidie van de gemeente zou het kaartje € 8,00 kosten.
Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje voor het zwembad. Schrijf je berekening op.

Slide 8 - Open question

Noem twee producten waarop de overheid accijns heft.

Slide 9 - Open question

Leg uit waarom de uitgaven van de overheid afnemen en de inkomsten van de
overheid toenemen als de werkloosheid afneemt.

Slide 10 - Open question

Noem een reden waarom de overheid dit collectieve goed regelt.

Slide 11 - Open question

Bedrijven in de collectieve sector moeten winst maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Noem een voordeel van privatisering.

Slide 13 - Open question

Noem een nadeel van privatisering.

Slide 14 - Open question

Kostprijsverhogende belastingen zijn hetzelfde als directe belastingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

De accijns behoort tot de kostprijsverhogende belastingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

De derde dinsdag van september is het ....................................
De koning leest dan de ............................. voor. De minister van .................................. presenteert de rijksbegroting en de ..........................................
In de rijksbegroting staan de verwachte ............................... en ............................ voor het komende jaar.
Inkomsten
Troonrode
Financiën
Prinsjesdag
Uitgaven
Miljoenennota

Slide 17 - Drag question

In het stabiliteits en groeipact is afgesproken dat het begrotingsstekort … mag zijn.
A
2%
B
5%
C
4%
D
3%

Slide 18 - Quiz