MCAWIS lj 1 dt 6 les 2

Les 2
  • Uitleg hoofdstuk 13.2: Draaisymmetrie
  • Uitleg hoofdstuk 13.3: Driehoeken
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Les 2
  • Uitleg hoofdstuk 13.2: Draaisymmetrie
  • Uitleg hoofdstuk 13.3: Driehoeken

Slide 1 - Slide

Draaisymmetrie

Slide 2 - Slide

Is de paraplu hiernaast lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz


We kunnen de paraplu dus "dubbelvouwen" en dan passen de vakjes precies op elkaar.

Maar we kunnen de paraplu ook ronddraaien, zodanig dat de witte vakjes op witte vakjes komen en de rode vakjes op de rode.

Slide 4 - Slide

Draaisymmetrie
Als je een figuur een stukje kunt draaien, zodat het weer precies op zichzelf past, noem je het draaisymmetrisch.
Het punt dat in het midden blijft, noem je het draaipunt.

Slide 5 - Slide

In hoeveel stappen kunnen de wieken 1 rondje draaien (de wieken moeten na elke stap op elkaar passen)?
A
1 stap
B
2 stappen
C
3 stappen
D
4 stappen

Slide 6 - Quiz

Kleinste draaihoek
  • Je weet: een volle hoek is 360 graden
  • Je weet: in drie stappen ben je rond
  • Dus: in één stap draaien de wieken 360 : 3 = 120 graden
  • Dit noem je de kleinste draaihoek
  • Dat betekent dat na een draaiing van 120 graden de wieken weer op zichzelf passen.

Slide 7 - Slide

Wat is de kleinste draaihoek van de paraplu?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
360 graden

Slide 8 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90 graden
B
60 graden
C
72 graden
D
36 graden

Slide 9 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek van dit figuur?
A
45 graden
B
60 graden
C
90 graden
D
120 graden

Slide 10 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit hoe je de kleinste draaihoek van een draaisymmetrisch figuur kunt berekenen.

Slide 11 - Open question

Lijnsymmetrisch en/of draaisymmetrisch?

Slide 12 - Slide

Welk figuur is lijnsymmetrisch en draaisymmetrisch?

Slide 13 - Slide

Driehoeken
Vier soorten driehoeken:
  1. Onregelmatige driehoeken
  2. Rechthoekige driehoeken
  3. Gelijkbenige driehoeken
  4. Gelijkzijdige driehoeken

Slide 14 - Slide

Onregelmatige driehoeken

Slide 15 - Slide

Rechthoekige driehoek
Eigenschappen:
- Heeft een hoek van 90 graden.
- Er kunnen twee zijdes even lang zijn, 
maar dat hoeft niet.

Slide 16 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Eigenschappen:
- Twee zijdes zijn even lang.
- Twee hoeken zijn even groot.
(basishoeken)
- Er is een symmetrie-as.

Slide 17 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Eigenschappen:
- Alle zijdes zijn even lang.
- Alle hoeken zijn even groot.
- Er zijn drie symmetrie-assen.

Slide 18 - Slide

Welke driehoek
zie je hier?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Gelijkzijdige driehoek
C
Rechthoekige driehoek

Slide 19 - Quiz