Straattaal quiz

Fawaka broeders!
Wij gaan starten met de straattaal quiz.
iedereen logt individueel in.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Fawaka broeders!
Wij gaan starten met de straattaal quiz.
iedereen logt individueel in.

Slide 1 - Slide

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 2 - Mind map

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 3 - Slide

Quiz
We gaan de betekenis van een aantal woorden uit songteksten raden.

Slide 4 - Slide

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 5 - Quiz

''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
A
''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
B
Ik zie de politie weer, dus ik laat mijn wapens thuis, dalijk controleren ze me weer.
C
Ik zie die eikel weer, dus ik laat mijn vriendin beter thuis, want anders bekijken ze haar weer

Slide 6 - Quiz

Kill, geef me affoe van je chiba.
A
Gozer, geef me het laatste trekje van je joint.
B
Broer, geef me een stukje van je eten.
C
Neef, geef me een trekje van je sigaret.

Slide 7 - Quiz

Sleep het juiste plaatje naar het woord.
planga

Slide 8 - Drag question

''Zie ik wil peng tings 'pon road, nu heb ik peng tings on hold'' - Ronnie Flex
A
Ik wil knappe vrouwen onderweg, nu zet ik knappe vrouwen in de wacht.
B
Ik wil een geweer mee op reis, nu heb ik een geweer bij me.
C
Ik wil lekker eten onderweg, het lekkere eten wacht op me.

Slide 9 - Quiz

No span, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 10 - Quiz

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 11 - Quiz

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 12 - Quiz

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 13 - Quiz

Straattaal heeft vaak te maken met seks, relaties, geld en geweld. Hoe komt dit?
A
Straattaal hoort bij een machocultuur. Mannen zijn hier de baas.
B
De mensen die straattaal hebben bedacht vonden dat belangrijke onderwerpen.
C
De nummers die worden gemaakt gaan over dit soort onderwerpen.
D
Meer mannen dan vrouwen spreken straattaal.

Slide 14 - Quiz

Challas Niffauws!
Eind quiz

Slide 15 - Slide

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleidt?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 16 - Quiz