Schrijven Blok 4

Wat heb je nodig?
- Chromebook
- Boek Op Niveau
- Klapper
- pen / potlood
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat heb je nodig?
- Chromebook
- Boek Op Niveau
- Klapper
- pen / potlood

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen vandaag?
- Je krijgt een inleiding bij schrijven in de LessonUp;
- Je krijgt een herhaling van het begrip publiek (Lezen, blok 3);
- Je gaat opdrachten maken uit het boek.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
  • kun je in je tekst moeilijke woorden vervangen door makkelijker woorden;
  • kun je in je tekst te lange zinnen splitsen in kortere zinnen.





Slide 3 - Slide

Strip van Dirkjan
 Bron: Algemeen Dagblad.
In deze paragraaf staat het schrijven van teksten voor een gegeven publiek centraal.
Welke aanspreekvormen ken je in je eigen taal?


Slide 4 - Slide

Ken je de betekenis van de onderstaande woorden?
konde doen 
verscheiden 
verwant 
verschijnen 
te mijnen burele 
teneinde 
aangaande 

Slide 5 - Slide

Betekenis:
konde doen – iets aankondigen
verscheiden – doodgaan
verwant – familielid
verschijnen – komen
te mijnen burele – op mijn kantoor
teneinde – om
aangaande – over

Slide 6 - Slide

Waarom is het beter om geen onnodig moeilijke woorden te gebruiken in teksten?

Slide 7 - Open question

Opdracht 41, blz. 197
Lees de afspraken op blz. 198
Maak opdracht 41 op blz. 197

Slide 8 - Slide

Schrijf je zin van 41.4 in de LessonUp

Slide 9 - Mind map

Huiswerk
Lezen: afspraken en regels schrijven blz. 198
Maken: opdracht 42 op blz. 198 
In de Classroom?

Slide 10 - Slide

Ik kan in mijn tekst moeilijke woorden vervangen door makkelijker woorden;

A
ja
B
met hulp
C
soms
D
nee, ik snap er niks van

Slide 11 - Quiz


Ik kan in mijn tekst te lange zinnen splitsen in kortere zinnen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
nee, ik snap er niks van

Slide 12 - Quiz

Wat ga je doen vandaag?
- Je krijgt een korte uitleg over de theorie;
- Je gaat werken aan de toetsopdracht voor Schrijven Blok 4.

Slide 13 - Slide

Aan het einde van deze les:
  • kun je het schrijven van een tekst voorbereiden;
  • kun je het onderwerp en de deelonderwerpen voor je tekst bepalen;
  • kun je een tekst schrijven waarin je iets uitlegt aan kinderen.






Slide 14 - Slide

Pak je schrift en schrijf op:
Als je een tekst schrijft, schrijf je minimaal drie alinea's:
- Inleiding: in deze alinea vertel je de lezers wat het onderwerp van je tekst is.
- middenstuk: het middenstuk bestaat uit één of meerdere alinea's. In elke alinea vertel je iets over een deelonderwerp;
- slot: in deze alinea sluit je de tekst af. Je schrijft een korte samenvatting of geeft een tip.

Slide 15 - Slide

Opdracht 45, blz. 199
- Beantwoord je vragen in je schrift.
- Zoek informatie over je deelonderwerpen op:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina 

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Lezen: theorie blz. 200
Maken: opdracht 46 op blz. 200
In de Classroom

Slide 17 - Slide

Ik kan het schrijven van een tekst voorbereiden:

A
ja
B
met hulp
C
soms
D
nee, ik snap er niks van

Slide 18 - Quiz


Ik kan het onderwerp en de deelonderwerpen voor mijn tekst bepalen:
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
nee, ik snap er niks van

Slide 19 - Quiz


Ik kan een tekst schrijven waarin ik iets uitleg aan kinderen:
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
nee, ik snap er niks van

Slide 20 - Quiz