Spaghetti en Marshmallow torens

Rara,
waar gaat het over vandaag?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TechniekBasisschoolGroep 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rara,
waar gaat het over vandaag?

Slide 1 - Slide

.
nadenken..
Denkgesprek
  • Stel je voor dat het vanaf vandaag alleen nog maar regent. Wat nu? 
  • Stel je voor dat het vanaf vandaag nooit meer regent. Wat nu?
Praat erover in je groepje en schrijf de uitkomsten van jullie gesprek kort op.
Wat weet ik nog van de
vorige keer?
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Bouwen

Slide 3 - Slide

Bouwen

Slide 4 - Mind map

aan het einde van de les..
kun jij een hoge,
maar vooral stevige
toren bouwen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bouw je eigen toren
binnen 5 minuten
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Overal te wereld vind je constructies!
  • In je eigen huis, het schoolgebouw, je fiets
  • Buiten nog meer!
     Bruggen, hoge kerktorens, kantoorgebouwen

Slide 8 - Slide

  • Ook alle botten in ons lichaam vormen een constructie. Ze zitten perfect in elkaar!
Of het reuzenrad waarbij alles precies moet passen

Slide 9 - Slide

Constructie
Materiaal
Stevigheid
Ideeën?
Ideeën?
Wat gebeurt er wanneer de constructie niet stevig is?

Slide 10 - Slide

Is deze brug stevig
gebouwd?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Materiaal
hout
beton
ijzer
staal
kunststof
steen
papier

Slide 12 - Slide

Driehoeks-constructie
fiets frame

Slide 13 - Slide

Piramide-constructie

Slide 14 - Slide

Wanneer is iets stevig?
Denk maar aan 3 x de letter s!
Sterkte
Stijfheid
Stabiliteit

Bijvoorbeeld deze plank over de sloot.
De plank moet sterk zijn, want hij mag niet breken.
De plank moet stijf zijn, want hij mag niet doorbuigen. Anders krijg je natte voeten. Stijfheid betekent 'de vorm behouden'.
De plank moet stabiel zijn, want hij mag niet omvallen of kiepen

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?
Wat denk jij?

Slide 16 - Slide

Welke constructie is nu slim om te gebruiken?
Aan de slag..
Maar..
timer
15:00

Slide 17 - Slide

wat vond je van deze les?
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 18 - Slide