herhaling blok 3 taal

Wat betekent voltooide tijd/onvoltooide tijd?
1 / 16
next
Slide 1: Open question
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 21 min

Items in this lesson

Wat betekent voltooide tijd/onvoltooide tijd?

Slide 1 - Open question

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Het heeft ontzettend hard geregend.
B
We oefenen een toets voor taal.
C
Straks gaan we weer zelfstandig werken.
D
Morgen gaan we naar de gym.

Slide 2 - Quiz

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Buiten loopt een man met een hond.
B
Ik maakte vanmorgen mijn eigen brood.
C
De juf van groep 3 is ziek thuis.
D
Houd jij nog een feest voor je verjaardag?

Slide 3 - Quiz

Welke zin staat in de onvoltooide tijd?
A
Wij gaan vanmiddag gezellig buiten spelen.
B
Taal was vorige week heel veel werk.
C
De weektaak van vorige week had ik snel klaar.
D
De jongen is blij met zijn resultaat.

Slide 4 - Quiz

Wat is een voltooid deelwoord?
A
aankomen
B
groeten
C
gedaan
D
zwemmen

Slide 5 - Quiz

Wat is een voltooid deelwoord?
A
schrijven
B
getekend
C
eten
D
gamen

Slide 6 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Wij aten gisteren gebakken aardappels.
A
gisteren
B
aardappels
C
aten
D
gebakken

Slide 7 - Quiz

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
De kat eet zijn eten op en gaat dan naar buiten.
B
Er lopen veel mensen op de straat.
C
De kinderen hebben heerlijk gespeeld.
D
Het waait heel hard buiten.

Slide 8 - Quiz

concreet of abstract
wat is het verschil?

Slide 9 - Slide

Welk woord is abstract?
A
geluk
B
tafel
C
wolk
D
boeken

Slide 10 - Quiz

Welk woord is abstract?
A
boomstammen
B
bussen
C
verdrietig
D
schriften

Slide 11 - Quiz

wat betekent aanzienlijk?
A
Een groep vissen.
B
Behoorlijk groot of behoorlijk veel.
C
Een rij mensen of auto's die langzaam vooruit gaan.
D
Klein en onbelangrijk.

Slide 12 - Quiz

Wat betekent: Als je twijfelt en je ziet bezwaren.
A
reserveren
B
sceptisch
C
rijzig
D
de kolonie

Slide 13 - Quiz

Wat betekent de zwerm
A
een groep mensen
B
een groep vogels
C
een groep vissen
D
een groep honden

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je een groep van bepaalde dieren bijvoorbeeld herten of wolven?
A
kolonie
B
zwerm
C
stoet
D
roedel

Slide 15 - Quiz

Een synoniem voor struis is:
A
groot en stevig
B
chagrijnig
C
levendig
D
miezerig

Slide 16 - Quiz