H6 taalverzorging - aan elkaar of los

Taalverzorging
Aan elkaar of los?
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taalverzorging
Aan elkaar of los?

Slide 1 - Slide

Deze woorden schrijf je aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met woordjes als: op, over, na     Bijvoorbeeld: ophalen, nakijken, terugsturen
  • Woorden die samen één begrip vormen.                     Bijvoorbeeld: scheurkalender, wegwerpverpakking,   tweekamerflat

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
afval bakken
B
afvalbakken

Slide 6 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
speur hond
B
speurhond

Slide 7 - Quiz

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 8 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
tussen door
B
tussendoor

Slide 9 - Quiz

Aan elkaar of los?

A
Babybed
B
Baby bed

Slide 10 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
barbecue vlees
B
barbecuevlees

Slide 11 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
tuin fakkels
B
tuinfakkels

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je?:
neer zetten
A
aan elkaar
B
los

Slide 13 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
Wil jij dat afval weggooien?
B
Wil jij dat afval weg gooien?

Slide 14 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
Weet jij wanneer de zomer tijd ingaat?
B
Weet jij wanneer de zomertijd ingaat?

Slide 15 - Quiz

Welk woord is fout geschreven?
A
filter en pomp
B
afdekzeil
C
op gestaan
D
ophalen

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
anti rookcampagne
B
antirookcampagne

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
zeshonderd
B
zes honderd

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Zuid-Hollander
B
Zuidhollander

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
soepautomaat
B
soep automaat

Slide 20 - Quiz

Welke woorden horen aan elkaar geschreven te worden?
Schrijf ze goed op.....

Slide 21 - Slide

Op maandag avond zorgt mijn zus altijd voor het avond eten.

Slide 22 - Open question

Niels bespreekt in zijn eind werk stuk drie deel onderwerpen.

Slide 23 - Open question

Froukje werkt in de souvenir winkel van de Rotterdamse dieren tuin.

Slide 24 - Open question

Mijn stage periode in het zieken huis restaurant was heel leuk.

Slide 25 - Open question

Aan het werk....

Basis: blz. 216 opdr. 1 t/m. 3
Kader: blz. 158 opdr. 1 + 2

Slide 26 - Slide

Aan elkaar of los?
A
speur hond
B
speurhond

Slide 27 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonensoep

Slide 28 - Quiz

Aan elkaar of los?


A
Coronavirus
B
Corona virus

Slide 29 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
Soepautomaat
B
soep automaat

Slide 30 - Quiz

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 31 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
tussen door
B
tussendoor

Slide 32 - Quiz

Aan elkaar of los?

A
Babybed
B
Baby bed

Slide 33 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
barbecue vlees
B
barbecuevlees

Slide 34 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
tuin fakkels
B
tuinfakkels

Slide 35 - Quiz

Hoe schrijf je?:
neer zetten
A
aan elkaar
B
los

Slide 36 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
Wil jij dat afval weggooien?
B
Wil jij dat afval weg gooien?

Slide 37 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
Weet jij wanneer de zomer tijd ingaat?
B
Weet jij wanneer de zomertijd ingaat?

Slide 38 - Quiz