Voortplanting, voorlichting en puberteit: Voortplanting

Voortplanting
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voortplanting

Slide 1 - Slide

Voortplanting, voorlichting en puberteit: Voortplanting
Bij een onderwerp als dit is het belangrijk dat we met elkaar het volgende kunnen afspreken:
- We praten niet over persoonlijke ervaringen
- Niemand is verplicht aan een gesprek deel te nemen
- We benoemen alles bij de juiste naam
- We hebben respect voor elkaar en elkaar ontwikkeling
- We luisteren naar elkaar
- We zijn serieus
Herhaling belangrijke afspraken

Slide 2 - Slide

Wat komt aan bod deze les?

- mannelijk geslachtsdeel
- vrouwelijk geslachtsdeel
- seksualiteit
- bevruchting
- ontwikkeling van een baby in de buik

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les:


  • Je kent de verschillende onderdelen van de geslachtsdelen van de man en de vrouw
  • Je weet wat zaadcellen en eicellen zijn en waarvoor deze dienen
  • Je weet hoe bevruchting plaatsvindt
  • We kijken een filmpje over de ontwikkeling van een baby in de baarmoeder

Slide 4 - Slide

Het mannelijk geslachtsdeel: de penis

Slide 5 - Slide

Het mannelijk geslachtsdeel

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Door de urinebuis van de man kan zowel sperma als urine komen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

De teelbal slaat zaadcellen op, de bijbal produceert zaadcellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Zonder bloed in het zwellichaam kan een jongen een erectie krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Het vrouwelijk geslachtsdeel: de vagina

Slide 11 - Slide

Het vrouwelijk geslachtsdeel

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De vrouw heeft een aparte opening voor de urinebuis
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De eileider produceert eicellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Nog even een korte herhaling
  • Dag 1-7 Menstruatie (lichaam stoot het baarmoederslijmvlies af)
  • Rond dag 14: eisprong
  • Dag 8-15: Vruchtbare periode (mogelijk bevruchting)
  • Dag 16-28: Minder vruchtbare periode

Slide 16 - Slide

De eicel overleeft slechts 1 dag in de baarmoeder van de vrouw

Slide 17 - Slide

De bevruchting

  • Vindt plaats aan het begin van een van de eileiders, vlakbij de eierstok
  • De eicel wordt via een trechter in de eileider opgevangen
  • In de eileider zitten trilhaartjes die de eicel naar de baarmoeder brengen
  • Als de eicel niet bevrucht wordt stoot het lichaam de slijmvliezen van de baarmoeder af (menstruatie)
  • Een zaadcel overleeft 2 tot 4 dagen in het lichaam van de vrouw

Slide 18 - Slide

Vrijen
Je ziet hier het moment dat een man een zaadlozing heeft. De zaadcellen komen in de baarmoeder. Als er in het meisje een eicel klaar ligt voor bevruchting, kunnen de zaadcellen de eicel bereiken. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Bevruchting
 Bevruchting is het moment waarop de mannelijke zaadcel de eicel van de vrouw binnendringt. Je ziet hier de zaadcellen die de eicel binnen willen dringen. Er zal er maar één de snelste zijn. En dat groeit uit tot een kindje. Dus gefeliciteerd! Je hebt dus ooit al eens een wedstrijd gewonnen! 

Slide 21 - Slide

Na de bevruchting...
Na de bevruchting delen de cellen zich razendsnel, tot er na weken een klein mensje ontstaat. Dat is het wonder van het leven! Als je ongewenst zwanger bent geraakt kan je in Nederland abortus plegen. Je laat het kindje dan weghalen door een arts. Dit is erg emotioneel. Je kindje moet wel niet teveel weken oud zijn. Een heftige beslissing! 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Een vrouw kan zwanger worden als ze met een man zoent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Een vrouw kan na haar eerste menstruatie zwanger worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Een bevruchting betekent dat een eicel samnsmelt met een zaadcel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Er zijn 50 zaadcellen nodig om zwanger te worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Een vrouw is ongeveer 9 maanden zwanger
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Bevruchting voorkomen
Bevruchting kan op meerdere manieren worden voorkomen:

  • Eicel niet laten rijpen --> pil
  • Zaadcel behoeden om met de eicel samen te smelten --> condoom

Slide 29 - Slide