Paso Adelante Deel 2 Capítulo 1 Bron K- vlog "soy yo"

Paso Adelante Deel 2
Capítulo 1: ¡Adiós a las vacaciones!
Bron K: Frases claves
PO Vlog ¿Quién soy yo? 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Paso Adelante Deel 2
Capítulo 1: ¡Adiós a las vacaciones!
Bron K: Frases claves
PO Vlog ¿Quién soy yo? 

Slide 1 - Slide

Plattegrond t_m3sp1

Slide 2 - Slide

Plattegrond t_m3.sp2

Slide 3 - Slide

Plattegrond h3bsp

Slide 4 - Slide

Hoy es _______, _______ de _________ de 2025
Ejemplo: Hoy es jueves , 11 de septiembre de 2025

Slide 5 - Slide

Objetivos de la clase/ Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • de "frases claves" om mondeling en schriftelijk over jouw hobby's en wat je graag doet te vertellen - WB blz.30-31 
  • een e-mail naar en vriend(in) schrijven over je vakantie. WB blz 31-32
  • de tekst voor de vlog voor te bereiden.
  • herhaling regelmatige en onregelmatige werkwoorden.  
Bron K Frases claves: Libro p. 13, Tarea libro p. 14

Slide 6 - Slide

Libro p. 13/ WB ej. 29-31 (Hablar)

Slide 7 - Slide

Werkboek p. 31-32

  1. Begin met een groet
  2. Vraag hoe het gaat
  3. Vertel dat je op vakantie bent geweest (estar/ir)
  4. Vertel waar je bent geweest (Ir/estar)
  5. Vertel hoe het was (pasar)
  6. Vertel wat je hobby's zijn (gustar)
  7. Vertel sinds wanneer je dat al doen (tocar/jugar/cocinar, etc. desde hace)
  8. Vertel van welke muziek je houdt (escuchar)
  9. Vertel naar welke concert je bent geweest en met wie (ido)
  10. Sluit af met een groet

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Vlog: Soy yo
Wat?

Je maakt een vlog over jezelf, je omgeving en je interesses van minimaal  één minuut en levert deze opname in bij je docent via SOM.
Waarom?
Ik kan met simpele, korte zinnen in het Spaans vertellen over mijzelf, mijn omgeving en mijn interesses.
Hoe?
Je bereidt in de les en thuis je tekst voor en oefent met de uitspraak. Het is de bedoeling dat je de tekst in de vlog voordraagt en nadrukkelijk niet voorleest. Het filmen doe je thuis.
Wanneer?
Deadline voor het inleveren is Maandag 27 oktober 2025, 6:00 uur. 






Slide 10 - Slide

Beoordeling

Je vlog wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende. Als jouw vlog als onvoldoende wordt beoordeeld, moet je hem opnieuw opnemen en inleveren, net zolang tot het als voldoende is beoordeeld.

Bij de beoordeling wordt gelet op:
taalgebruik
uitspraak
vloeiendheid
inhoud
creativiteit 






Inhoud van je presentatie

De vlog bestaat uit drie onderdelen:
  1. Introductie
  2. Kern
  3. Afsluiting 



Slide 11 - Slide

De vlog bevat de volgende onderwerpen
1. Naam
2. Leeftijd
3. Woonplaats
4. Talen die je spreekt
5. Nationaliteit
6. Hobby’s
7. Favoriete eten
8. Karaktereigenschapen 
9. Gezinsleden + naam + leeftijd
10. Beste vrienden + naam + leeftijd
11. Uiterlijk van een van je vrienden
12. Huisdieren
13. Drie activiteiten uit jouw afgelopen zomervakantie 

Slide 12 - Slide

De vlog bevat de volgende onderwerpen
1. Naam
2. Leeftijd
3. Woonplaats
4. Talen die je spreekt
5. Nationaliteit
6. Hobby’s
7. Favoriete eten
8. Karaktereigenschapen 
(llamarse/ soy)
(tener)
(vivir)
(hablar)
(ser/ ser de)
(gustar)
(gustar comer)
(ser)

Slide 13 - Slide

De vlog bevat de volgende onderwerpen
9. Gezinsleden + naam + leeftijd
10. Beste vrienden + naam + leeftijd
11. Uiterlijk van een van je vrienden
12. Huisdieren
13. Drie activiteiten uit jouw afgelopen zomervakantie 
(llamarse, tener)
(llamarse, tener)

(ser, tiene)

(tener)
(Voltooid tegenwoordige tijd)

Slide 14 - Slide

Herhaling
Regelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorde: ser, estar, tener & ir

Slide 15 - Slide

yo
él, ella, usted
nosotros
vosotros
ellos, ellas, ustedes
Het onregelmatige werkwoord SER
soy
eres
es
somos
sois
son
ser = zijn

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Sleep de vormen van ser naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 18 - Drag question

 estar (zijn/zich bevinden)

yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/uds.


estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 19 - Slide

Estar: zijn (zich bevinden)
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
estoy
 estás
 está
estamos
estáis
están

Slide 20 - Drag question

verbos: ir / tener
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
ir
voy
vas
va

vamos
vais
van
tener (ie)
tengo
tienes
tiene

tenemos
tenéis
tienen

Slide 21 - Slide

tener, usted
A
tened
B
tenga
C
tendan
D
ten

Slide 22 - Quiz

Bas……………………….(tener) 14 años.
A
tengo
B
tienes
C
tene
D
tiene

Slide 23 - Quiz

tener, yo
A
teno
B
tengo
C
tiene
D
tienes

Slide 24 - Quiz

ir, yo

Slide 25 - Open question

¡Hasta la próxima clase!

Slide 26 - Slide