vrouwelijk geslacht 3/3

Van eicel tot baby
  • Ik kan uitleggen welke weg een zaadcel aflegt op het moment dat de eicel bevrucht wordt. 
  • Ik kan uitleggen wat er met een eicel gebeurt na de bevruchting. 
  • Ik weet op welke manier een embryo aan zijn voedingstoffen komt.
  • Ik kan uitleggen wat de verschillende fasen zijn van de geboorte









1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Van eicel tot baby
  • Ik kan uitleggen welke weg een zaadcel aflegt op het moment dat de eicel bevrucht wordt. 
  • Ik kan uitleggen wat er met een eicel gebeurt na de bevruchting. 
  • Ik weet op welke manier een embryo aan zijn voedingstoffen komt.
  • Ik kan uitleggen wat de verschillende fasen zijn van de geboorte









Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Route van de zaadcel.
Direct na de penis
Wanneer een zaadcel uit de penis komt gaat deze via, de baarmoederhals door de baarmoeder. Vervolgens gaat de eicel door naar de eileider. 
Aan het begin van de eileider word de eicel bevrucht. 
Bevruchting
Er word pas van bevruchting gesproken op het moment dat de zaadcel de eicel is binnen gedrongen. 
Wanneer een zaadcel binnendringt laat hij zijn zweepstaart achter. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar vind de bevruchting plaats?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Na de bevruchting
Innesteling
Na de bevruchting zal de eicel zich gaan delen. Eerst in twee cellen, vervolgens in vier enzovoort.
Wanneer het klontje cellen in de baarmoeder komt gaat het zich innestellen in het baarmoederslijmvlies. 
Via de bloedvaten in het slijmvlies kan het klontje cellen voedingstoffen krijgen.
Een embryo
Wanneer het klompje cellen een embryo word. krijgt het voeding binnen via de navelstreng en de placenta. 
Omdat een baby niet kan ademen of eten moet het voeding of zuurstof krijgen. Dit word door de placenta verzameld en daarna via de navelstreng aan de baby gegeven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Navelstreng en placenta
De navelstreng
De navelstreng bestaat uit een aantal onderdelen. 
Navelstrengaders (zuurstofrijk bloed), Navelstreng slagaders (zuurstof armbloed). 
Dit is dus omgekeerd van hoe het normaal is. 
Placenta
De placenta (ook wel moederkoek)is een soort van opvangloods en een schild. 
Door de placenta word voeding en zuurstof aan de baby gegeven. 
Maar de placenta houd wel ziektes tegen. 
Het is een soort van laagje dat de moeder en de baby scheid, alleen dat wat goed en nodig is voor de baby kan door de placenta heen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Door de navelstreng komt moederbloed bij de baby naar binnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vruchtvliezen
vruchtvliezen
Om het embryo heen liggen twee vruchtvliezen. Dit zijn een soort zakjes waar het vruchtwater in zit. 
Vaak zie je in tv serie's opeens dat de vliezen zijn gebroken. 
vruchtwater
Het vruchtwater zit in de vruchtvliezen. Je kan het geheel een beetje vergelijken met een waterballon. 
Deze "waterballon" zorgt er voor dat de baby beschermt is tegen vallen en stoten. 
Verder zorgt het vruchtwater er voor dat de baby zich kan bewegen in de baarmoeder.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van het vruchtwater?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
 Geslachtsgemeenschap
Zaadlozing
Bevruchting
Innesteling
Zwangerschap
Bevalling

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Placenta
Foetus
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Bevalling
Na ongeveer 9 maanden volgt de geboorte (bevalling). 

Via de vagina komt de embryo naar buiten.



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke fase volgt direct na de geboorte en wat gebeurt er in deze fase
A
Nageboorte, de navelstreng word geboren
B
Uitdrijvingsfase, er komt nog een baby aan
C
Nageboorte, de uitdrijving van de placenta
D
Uitdrijvingsfase, de uitdrijving van de placenta

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
Indaling
B
Nageboorte
C
Ontsluiting
D
Uitdrijving

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Zet de weg die een spermacel aflegt door het mannelijke geslachtsorgaan in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Prostaat
Zaadleider
Zaadblaasje
Teelbal
Bijbal
Urine-buis

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Hoe lang duurt een zwangerschap?
A
9 weken
B
9 maand
C
11 maand
D
12 maand

Slide 15 - Quiz

Hond: 9 weken
Koe: 9 maand
Paard: 11 maand
Dolfijn / walvis / ezel: 12 maand
Tijdens de zwangerschap treden geen menstruaties op
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De fase van de zwangerschap na de ontsluiting is de ...
A
Nageboorte
B
Perswee
C
Uitdrijving
D
Omdraaiing

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN kenmerk van zwangerschap
A
Overgeven
B
Grotere borsten krijgen
C
Vaak naar de wc
D
Chagrijnig zijn

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Beschermt de baby tegen harde geluiden en stoten.
Een baby van 6 weken oud in de baarmoeder.
Een baby van 18 weken oud in de baarmoeder.
Een stevig koord waarin bloedvaten lopen van en naar de navel van de baby.
Hier vindt de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen plaats.
Houdt de baby en de vloeistoffen bij elkaar.
Tijdens de zwangerschap groeit niet alleen de baby in de baarmoeder, er ontstaan ook andere delen.

Zoek bij elke omschrijving het juiste deel.
foetus
navelstreng
vruchtwater
placenta
vruchtvliezen
embryo

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

SLEEP DE BESCHRIJVINGEN NAAR HET JUISTE BEGRIP
Placenta
Vruchtwater
Baarmoeder-
slijmvlies
Navelstreng
Bevat bloed van het moeder en bloed van het embryo
Beschermt het embryo tegen o.a. schokken en uitdroging
Hierdoor stroomt alleen bloed van het embryo (niet van de moeder)
Dit zorgt in de eerste weken van de zwangerschap voor zuurstof en voedingsstoffen

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Laatste vraag: Sleep juist of onjuist naar de juiste plek.
Een eicel kan zelf bewegen.
Een eicel is groter dan een zaadcel.
Een spermacel heeft veel reservevoedsel.
Er worden meer eicellen gevormd dan zaadcellen.
Juist
Onjuist
Onjuist
Onjuist

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Bloedvat van de moeder
Embryo
Navelstreng
Tussenlaag
Vruchtwater
Baarmoederwand
Bloedvat van de embryo
Placenta
Vruchtvliezen

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Ligging foetus
  • Stuitligging: kontje of voetje komt eerst 
  • Dwarsliggen: kindje ligt dwars in baarmoeder met rug richting vagina
  • Keizersnee: kindje komt met een operatie via de buikwand te wereld

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bij welke ligging is de kans het grootst dat er een keizersnede wordt gedaan?
A
dwarsligging
B
stuitligging

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Het kindje komt uit de vagina
A
Normale ligging
B
Stuitligging
C
Dwarsligging

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Tweelingen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Een een-eiige tweeling heeft hetzelfde DNA-profiel, een twee-eiige tweeling niet. Wat is het verschil in ontstaan tussen een 1eiige en 2eiige tweeling?

Leg uit en gebruik de volgende woorden: eicel(len), zaadcel(len), samensmelting, eileider, baarmoeder, geboorte.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Waar wil je nog extra aandacht aan besteden?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Wat is er allemaal hetzelfde bij een zwangerschap van een kat of een hond als je het vergelijkt met een mens?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Zou je in een ander plaatje de onderdelen kunnen benoemen?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions