Thema 5 les 1 Een ruimtekolonie groep 8

1 / 19
next
Slide 1: Slide
TechniekBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bedenk een reden om woonruimte te vinden in de ruimte.

Slide 2 - Mind map

Hoeveel km is de aarde verwijderd van de zon?

Slide 3 - Mind map

Op Mars kunnen we niet wonen. Noem 1 reden waarom dat niet kan?

Slide 4 - Mind map

Wat heeft de mens nodig om te leven?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Link

Maak voor je blz. 96

Slide 7 - Slide

Hoe noem je een zelfstandige nederzetting van mensen buiten de aarde? een ............................

Slide 8 - Open question

Welke reden wordt niet genoemd om een ruimtekolonie te stichten?
A
Het wordt te druk op de aarde.
B
In de ruimte kom je makkelijk aan grondstoffen
C
Mensen willen in een ruimtekolonie onderzoek doen.
D
Een ruimtekolonie zou een vluchtoord kunnen zijn,

Slide 9 - Quiz

Wat betekent de bevolkingsgroei voor:
de energievoorraad
A
die wordt groter
B
die wordt kleiner

Slide 10 - Quiz

Wat betekent de bevolkingsgroei voor:
milieuvervuiling?
A
Die wordt minder
B
Die wordt erger

Slide 11 - Quiz

Wat betekent de bevolkingsgroei voor:
files
A
Die worden langer
B
Die worden korter

Slide 12 - Quiz

Wat betekent de bevolkingsgroei voor:
Watervoorraad?
A
die wordt kleiner
B
die wordt groter

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het systeem waarin planten, dieren en hun omgeving nodig zijn om te leven? een ...................

Slide 14 - Open question

Een ecosysteem is kwetsbaar:
In Australië leefden nooit konijnen. Totdat de Engelsen er in 1859 een paar meenamen. De konijnen hadden geen natuurlijk vijanden. 
Wat is waar of niet waar bij de volgende vragen? 

Slide 15 - Slide

Waar of niet waar?
wat gebeurde er met de konijnen?
Het werden er steeds meer.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Waar of niet waar?
Wat gebeurde er met de planten?
Daar kwamen er steeds meer van.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurde met andere planteneters?
A
Die hadden te veel voedsel
B
Die hadden te weinig voedsel

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video