VWO 4: Levensloop H1 t/m H5

Levensloop H1 t/m H5
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Levensloop H1 t/m H5

Slide 1 - Slide

In een gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die voor beide spelers gunstig is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een schaars goed en wat is een voorbeeld van een vrij goed? 
Vrij Goed
Schaars Goed
Zonlicht
Lesbrief
Willem II shirt
Zuurstof

Slide 3 - Drag question

Feyenoord schaft in de zomer Sem Steijn aan. Dit is een voorbeeld van een.....
A
Consumptie
B
Investering

Slide 4 - Quiz

Een budgetlijn is naar rechts verschoven. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat...
A
Beide producten duurder zijn geworden
B
Een van de producten goedkoper is geworden
C
Beide producten goedkoper zijn geworden
D
Het maandloon lager is geworden

Slide 5 - Quiz

De dominante strategie is de keuze die je maakt na de keuze van de ander
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Sociale normen en reputatie kunnen ervoor zorgen dat mensen sneller voor een coöperatieve strategie kiezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Tijdens oud en nieuw steken mijn buren vuurwerk af. Ik heb zelf geen vuurwerk gekocht, maar ik geniet wel van het vuurwerk van mijn buren. Dit noem je.....?

Slide 8 - Open question

Een voetbalteam maakt 1-1 in de 85e minuut. De trainer koestert liever het punt in plaats van op zoek te gaan naar de winnende treffer. Deze trainer is dus.....?

Slide 9 - Open question

Averechtse selectie houdt in dat...
A
Goede risico's en slechte risico's zich verzekeren
B
Slechte risico's zich niet verzekeren en er dus alleen goede risico's overblijven
C
Goede risico's zich niet verzekeren en er dus alleen slechte risico's overblijven
D
de premie te laag is

Slide 10 - Quiz

Ik heb de toets van de toetsweek gemaakt. Ik weet wat erin komt, jullie niet. Dit is een voorbeeld van ....?

Slide 11 - Open question

Stelling 1: Eigen risico bestrijdt het moreel wangedrag
Stelling 2: Eigen risico bestrijdt averechtse selectie
A
Stelling 1 is juist, Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

"Je betaalt minder premie bij meer schadevrije jaren"
Deze bonus-malus regeling is een vorm van....?
A
Collectieve Dwang
B
Moral Hazard
C
Premiedifferentiatie
D
Eigen Risico

Slide 13 - Quiz

Drie jaar geleden solliciteerde ik op de vacature van docent economie. Ik hoorde bij...
A
Vraag naar arbeid
B
Aanbod van arbeid

Slide 14 - Quiz

Welke formule is juist?
A
Bruto-inkomen + Aftrekposten + Bijtelling = Belastbaar inkomen
B
Bruto-inkomen - Aftrekposten - Bijtelling = Belastbaar inkomen
C
Bruto-inkomen + Aftrekposten - Bijtelling = Belastbaar inkomen
D
Bruto-inkomen -Aftrekposten + Bijtelling = Belastbaar inkomen

Slide 15 - Quiz

De rente op een hypothecaire lening is een voorbeeld van een....?
A
Heffingskorting
B
Aftrekpost
C
Bijtelling

Slide 16 - Quiz

Het heffingstarief in schijf 1 is 37,1%. Het heffingstarief in schijf 2 is 49,5%
Dit is een....
A
Proportioneel Belastingstelsel
B
Progressief Belastingstelsel
C
Degressief Belastingstelsel

Slide 17 - Quiz

Een land voert een progressief belastingstelsel in. Voorheen was het een proportioneel belastingstelstel. Dit leidt tot...
A
Nivelleren en een bollere Lorenzcurve
B
Nivelleren en een plattere Lorenzcurve
C
Denivelleren en een bollere Lorenzcurve
D
Denivelleren en een plattere Lorenzcurve

Slide 18 - Quiz

Twee variabelen:
1. Maandloon over December
2. Aantal werklozen op 5 december
Wat zijn dit?
A
1 = Stroomgrootheid 2 = Stroomgrootheid
B
1 = Stroomgrootheid 2 = Voorraadgrootheid
C
1 = Voorraadgrootheid 2 = Stroomgrootheid
D
1 = Voorraadgrootheid 2 = Voorraadgrootheid

Slide 19 - Quiz

Als iemand een hoge tijdsvoorkeur heeft, zal deze persoon
A
Consumptie naar voren halen en dus sneller lenen
B
Consumptie naar voren halen en dus sneller sparen
C
Consumptie uitstellen en dus sneller lenen
D
Consumptie uitstellen en dus sneller sparen

Slide 20 - Quiz

Als je aandelen bezit, krijg je altijd dividend uitgekeerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Waar zal een risico-avers persoon eerder in beleggen?
A
Aandelen
B
Obligaties

Slide 22 - Quiz

Als het inkomen stijgt met 5% en de prijzen stijgen met 2%, dan..
A
Stijgt de koopkracht met exact 3%
B
Daalt de koopkracht met exact 3%
C
Stijgt de koopkracht met iets minder dan 3%
D
Stijgt de koopkracht met iets meer dan 3%

Slide 23 - Quiz

AOW is hetzelfde als bedrijfspensioen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

In welk stelsel levert vergrijzing de grootste problemen op met betrekking tot de financiering van de AOW?
A
Omslagstelsel
B
Kapitaaldekkingsstelsel

Slide 25 - Quiz

Wanneer de stijging van de AOW-uitkering (minstens) even groot is als de jaarlijkse loonstijging bij de bedrijven, is de AOW-uitkering....?

Slide 26 - Open question

Drie leerlingen dragen een oplossing aan voor het vergrijzingsprobleem. Welke leerlingen geven een goede oplossing?
1: Verhogen van de AOW-leeftijd
2: Onderdrukken van immigratie
3: Belastingspreiding in de tijd
A
Niemand
B
Leerling 1 en 2
C
Leerling 1 en 3
D
Leerling 1, 2 en 3

Slide 27 - Quiz

Een via kapitaaldekking gefinancierd pensioen vergt een hoge mate van solidariteit tussen generaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz