Vrijdag 20 jun

Woordsoorten 
oefenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordsoorten 
oefenen

Slide 1 - Slide

Programma
1. Lezen 
2. Oefenen Lesson up
3. Extra tijd? 
4. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Woordsoorten

Slide 3 - Slide

Het woord 'een' noemen we een....?
A
bepaald lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
onbepaald lidwoord
D
werkwoord

Slide 4 - Quiz


Wat voor woordsoort is zwemmen
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz


Wat voor woordsoort is fiets
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Je mag nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)

Slide 7 - Quiz

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
zelfstandig naamwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bepaald lidwoord
D
bijwoord

Slide 9 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 10 - Quiz



Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï.
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï.
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz


leuke, groene, snelle en vriendelijke zijn voorbeelden van ...
A
olw
B
blw
C
lw
D
bn

Slide 14 - Quiz


Breda, juli, Willemijn en speedboot zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 15 - Quiz

betonnen, ijzeren, nylon, metalen zijn voorbeelden van
A
zn
B
bn
C
ww
D
olw

Slide 16 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan er in deze zin?

Het groene houten bankje in onze bloemrijke voortuin hebben we in kleine stukken gezaagd.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Extra tijd?
Ga aan de slag met de opdrachten via jouw online leermiddelen. 

Ook al af allemaal? 
Ga dan trainen, of pak een werkblad 
van mijn bureau. 

Slide 18 - Slide

Afsluiten
Tot straks! 
het 6e uur Nederlands: voorbereiden toets 
het 7e uur Coachuur: voorbereiden toets week 

Slide 19 - Slide