Blok 1, fictie

B2A Nederlands

Planning van deze les
Theorie:
fictie en non-fictie | hoofdpersoon/bijfiguur | mening geven
Samen (mee)lezen:
Verhaal blok 1
Maken:
Opdrachten blok 1






1 / 14
next
Slide 1: Slide
nedeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

B2A Nederlands

Planning van deze les
Theorie:
fictie en non-fictie | hoofdpersoon/bijfiguur | mening geven
Samen (mee)lezen:
Verhaal blok 1
Maken:
Opdrachten blok 1






Slide 1 - Slide

Fictie of non-fictie
Fictie betekent verzonnen. Een schrijver heeft een verhaal bedacht. De personen uit het verhaal bestaan niet echt en de gebeurtenissen in het verhaal zijn niet echt gebeurd.

Non-fictie betekent niet verzonnen. Een schrijver schrijft over personen die echt bestaan en gebeurtenissen die echt gebeurd zijn.

Onthoud het volgende ezelsbruggetje: Fictie = Fantasie

Slide 2 - Slide

Welk boek is non-fictie?
A
Knolpower (Een boek van Enzo knol over zijn leven als vlogger.)
B
Spijt (Een boek van Carry Slee over een jongen die gepest wordt.)

Slide 3 - Quiz

Waarom fictie? Waarom boeken lezen?

o Stimuleert je fantasie & creativiteit
o Leert je nieuwe werelden kennen
o Goed voor je taal- en spellingvaardigheid 
o Brengt je tot rust --> betere concentratie
o Traint je geheugen
o Leert ons beter inleven en begrip opbrengen voor
    anderen
o Groei woordenschat


Slide 4 - Slide

Realistisch
Sommige verhalen zijn verzonnen, maar wel realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, zou in het echt ook kunnen gebeuren.
Bijvoorbeeld het boek Spijt van Carry Slee. In dit verhaal wordt een jongen gepest. Dit is een geloofwaardig, realistisch verhaal. 

Andere verhalen zijn verzonnen, maar niet realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, kan in het echt niet gebeuren.
Bijvoorbeeld een verhaal waarin dieren met elkaar praten. Dat is niet geloofwaardig.

Slide 5 - Slide

Welke van de volgende boeken zijn realistisch?
A
Razend (Carry Slee)
B
Donald Duck
C
Harry Potter (J.K. Rowling)
D
Hoe overleef ik de brugklas? (Francine Oomen)

Slide 6 - Quiz

Hoofdpersonen
De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in een verhaal.
Van hem of haar kom je heel veel te weten:
  • wat voor karakter ze hebben: slim, jaloers, eigenwijs, enz;
  • hoe ze eruit zien (uiterlijk): kleur haar, soort kleding, enz;
  • wat ze denken, doen, zeggen en voelen
  • hoe ze met problemen omgaan.

Slide 7 - Slide

Bijfiguur
  • Van hem of haar kom je minder te weten.
  • Deze persoon wordt niet zo uitgebreid beschreven.


Slide 8 - Slide

Beoordelingswoorden
Als je je mening moet geven over een verhaal, boek of film gebruik je beoordelingswoorden.
spannend - saai
leerzaam - niet leerzaam
grappig - droevig
zet me aan het denken - doet me niets 
kinderachtig - voor mijn leeftijd
moeilijk - makkelijk
vlot verteld - langdradig

Slide 9 - Slide





Een vakantie van niks!




 een fictieve tekst uit het boek Gif!
(thriller--> spanning, actie, gevaar)

Slide 10 - Slide

Op het strand gilt een meisje het uit van de pijn. Met brandwonden wordt ze afgevoerd. Zit er gif in het zand? Welnee, het was maar een kwal, wordt er gesust – want het strand zit dagelijks vol zorgeloze, geld uitgevende toeristen.

Daan verveelt zich dodelijk tussen die toeristen, totdat ze Nazim tegenkomt, die haar met zijn diepbruine ogen verleidt om samen de duinen in te gaan. Ze verkennen een onderaards gangenstelsel, waar ze tot hun schrik niet alleen zijn. Ze stuiten op duistere types en raken verwikkeld in een giftig complot…

Op het strand gilt een meisje het uit van de pijn. Met brandwonden wordt ze afgevoerd. Zit er gif in het zand? Welnee, het was maar een kwal, wordt er gesust – want het strand zit dagelijks vol zorgeloze, geld uitgevende toeristen.

Daan verveelt zich dodelijk tussen die toeristen, totdat ze Nazim tegenkomt, die haar met zijn diepbruine ogen verleidt om samen de duinen in te gaan. Ze verkennen een onderaards gangenstelsel, waar ze tot hun schrik niet alleen zijn. Ze stuiten op duistere types en raken verwikkeld in een giftig complot…

Slide 11 - Slide

Luister en probeer mee te lezen vanaf bladzijde 9

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Huiswerk voor 24-09
  • Maken opdracht 1,2,3,4
  • Je mag zachtjes overleggen, want praten over fictie is goed!


Gebruik eventueel bladzijde 111 om de informatie over hoofd- en bijfiguren nog eens terug te lezen.


Succes!

Slide 14 - Slide