De 1ste en 4de naamval_K5 herhaling

De 1ste en 4de naamval (herh.)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

De 1ste en 4de naamval (herh.)

Slide 1 - Slide

De 1ste naamval...
Wat is dat ook alweer?
timer
1:00

Slide 2 - Open question

En wat is een 4de naamval?
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Wanneer is een woord lijdend voorwerp en staat iets 4de naamval?

Slide 4 - Open question

Wanneer staat een woord in het Duits automatisch in de 4de naamval?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video


D____ Hamburger (m) ist lecker.
A
Das
B
Die
C
Der
D
Den

Slide 7 - Quiz


Ich esse _____ Hamburger auf.
A
der
B
er
C
es
D
den

Slide 8 - Quiz


D____ Mann hat eine Frau.
A
Der
B
Die
C
Das
D
Den

Slide 9 - Quiz


Ich sehe d____ Mann.
A
Der
B
Die
C
Das
D
Den

Slide 10 - Quiz


Der Mann hat e____ Bruder.
A
ein
B
einen
C
eine
D
einer

Slide 11 - Quiz


Kennst du (mijn) Bruder?
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meines

Slide 12 - Quiz


Wo liegt (mijn) Zeitung (v)?
A
mein
B
meine
C
deine
D
meinen

Slide 13 - Quiz

Ich habe für d____ Opa ein Geschenk gekauft.
A
die
B
das
C
der
D
den

Slide 14 - Quiz


(Zijn)_____ Geld (o) liegt auf dem Tisch.
A
Sein
B
Seine
C
Seines
D
Seiner

Slide 15 - Quiz


Johann ist d___ Bruder von Jan.
A
den
B
der
C
die
D
das

Slide 16 - Quiz

Noem een zin in het Duits, waar een 1ste naamval in staat.

Slide 17 - Open question

Noem de voorzetsels in het Duits, waarachter automatisch een 4de naamval staat.

Slide 18 - Open question

Noem een zin met een voorzetsel van de 4de naamval.

Slide 19 - Open question

Voor extra oefenmateriaal:

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 22 - Open question

De 1ste en 4de naamval

Slide 23 - Slide