Boekenpitch

Boekenpitch
TH1
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Boekenpitch
TH1

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je weet wat een boekenpitch is
- Je weet aan welke criteria je boekenpitch moet voldoen
- Je weet waaraan je een goede of minder goede boekenpitch
   kunt herkennen
- Je weet hoe je een goede boekenpitch kunt voorbereiden


Slide 2 - Slide

Pitch
  • Een pitch is een korte presentatie.

  • Het doel is OVERTUIGEN.

  • Goede voorbereiding is erg belangrijk!

Slide 3 - Slide

Verkoop je boek!
Duur: circa 2 minuten (= geschreven tekst van ong. 300/350 woorden)
1. Trek aandacht met Sprankelende binnenkomer (bv. een uitspraak, beginzin
   van het boek, een gedichten of.... )
2. Noem de titel en de schrijver.
3. Vertel kort waar het boek over gaat (in één of enkele zinnen: wie is de
   hoofdpersoon en wat maakt hij/zij mee en wat het zo boeiend/spannend?)
4. JE MENING IS BELANGRIJK! Gebruik beoordelingswoorden en argumenten
    (waarom vind je dat) en noem voorbeelden uit het boek.
5. Eindig met een oproep om het boek te lezen.





Laat je boek zien.

Slide 4 - Slide

Pitch
  • Ken je publiek
  • Ken je verhaal (wat ga je vertellen?)
  • Hou het kort
  • Schrijf het eerst op en oefen
  • Let op je houding
  • Wees duidelijk en overtuig
  • Verras!

Slide 5 - Slide

Presentatie van je pitch
  • Gebruik ALLEEN een spiekbriefje (met enkele woorden) 
  • Oefen van tevoren je pitch en time jezelf. Let op ca. 2 minuten.
  • Als je je pitch in de klas presenteert, let op de volgende zaken: 
       1. Zorg dat je dat je goed verstaanbaar bent
       2. Zorg voor een goede houding.
       3. Kijk goed de klas in en kijk je luisteraars aan.
       4. Spreek enthousiast en wees overtuigend (Geloof in jezelf!)

Slide 6 - Slide

Geef je mening (oordeel)
  • Een oordeel over een boek bestaat uit twee elementen:

      1. de mening
         Bv. Ik vond dit een interessant boek
      2. de argumenten
          Bv. ..., want de personages waren erg geloofwaardig en
                 het verhaal zat goed in elkaar. Zo was er <
    geef een 
                  voorbeeld
    >)

Slide 7 - Slide

Opbouw
Is het verhaal logisch opgebouwd? Was iets moeilijk te volgen? Wat vond je van het einde (niet spoileren!)?
Waarop kun je je boek beoordelen?
Personen
Waren de personen geloofwaardig? Kon je makkelijk meeleven? Herkende je bepaalde gedachten, emoties, reacties? Was iemand sympathiek of juist niet?
Gebeurtenissen
Waren de gebeurtenissen realistisch? Zelf wel eens zoiets meegemaakt?  Of iemand die je kent? Zet het je misschien aan het denken? Op welke manier?
Taalgebruik
Waren de woorden en zinnen moeilijk, makkelijk, mooi, grappig? Kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde (= beeldend taalgebruik)?

Slide 8 - Slide

Beoordelingswoorden

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
- Je weet wat een boekenpitch is
- Je weet aan welke criteria je boekenpitch moet voldoen
- Je weet waaraan je een goede of minder goede boekenpitch
   kunt herkennen
- Je weet hoe je een goede boekenpitch kunt voorbereiden


Slide 10 - Slide