Les Klimaat



DIVERSITEIT
THEMALES
KLIMAAT
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsLOB+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

In de thema modules vertellen bekende Nederlanders waarom het belangrijk is om in actie te komen voor deze thema’s. Jongeren worden gemotiveerd om zelf in actie te komen voor een van de volgende thema’s: klimaat, gelijke kansen, diversiteit, maatschappij en gezondheid. Jongeren worden geïnspireerd en gemotiveerd om in actie te komen voor het klimaat. BN’er Sander Hoogendoorn legt uit waarom hij zich zorgen maakt over zwerfafval. De jongeren worden aan het denken gezet over hun rol in het klimaatprobleem. Ook denken de jongeren na over hoe zij iets kunnen doen voor het klimaat. Aan het eind van de module komen jongeren in actie door mee te doen aan een landelijke challenge: de week zonder vlees!

Instructions

Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie.

KOM MET DE HELE KLAS IN ACTIE
Na het volgen van een module komt de hele klas in actie door een grote challenge uit te voeren binnen het thema. Op deze manier maak je er echt een project van.

Items in this lesson



DIVERSITEIT
THEMALES
KLIMAAT

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions


VRAAG 1
Hoeveel kilo afval gooien wij per persoon per jaar weg?
A
90 kilo
B
290 kilo
C
490 kilo
D
890 kilo

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Het antwoord is 490 kilo. Dat is veel! Moet je nagaan hoe vaak jouw lichaamsgewicht hier in past! En naast afval dat netjes in de vuilnisbak beland, is er ook nog gemiddeld tussen de 35 en 140 miljoen kilo per jaar wat wij in Nederland op straat of in de natuur gooien. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Hoe lang duurt het voordat een plastic fles is verteerd?
VRAAG 2
A
5 jaar
B
50 jaar
C
500 jaar
D
nooit

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Het goede antwoord is D, nooit. Micro organismes kunnen het namelijk niet verteren en afbreken. Het verweerd en wordt kleiner gemaakt tot allemaal micro stukjes plastic die zich met de grond mengen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


VRAAG 3
Een groot deel van de 40 biljard kilo plastic die we wereldwijd per jaar produceren, komt in de oceanen terecht. Hoe?
A
Grote rivieren
B
Kleine rivieren
C
Visserij
D
Riolering

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het juiste antwoord is B. 80% van het plastic komt via kleine rivieren daar terecht. Vaak waait of regent het vanaf de straat een rivier in. Heb jij wel eens afval op straat gegooid? Misschien zwemt het nu wel in de plastic soep rond.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Bespreek met de klas wat voorbij kwam in de video. Er zijn veel manieren waarop je invloed kunt uitoefenen op het milieu. Ontdek wat jullie samen al weten en kunnen doen!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

SPEL
Een bal aan kennis
Hoe heb jij invloed op het klimaat? Gooi de bal over tot jullie niets meer kunnen verzinnen

Slide 11 - Slide

Pak een voorwerp dat je kunt overgooien en ga allemaal in een kring staan Noem de naam van een ander en gooi het voorwerp naar diegene. Degene die het voorwerp vangt, noemt een manier waarop je in het dagelijks leven al invloed hebt op het klimaat. Hoe draag je bij aan vervuiling/opwarming/etc. of  hoe juist niet? De leerling gooit de bal weer naar een volgende leerling, die iets noemt enzovoort. Het spel is klaar als jullie geen manieren meer kunnen bedenken. Let's go!

We nemen 40% van alle aarde op de wereld in beslag voor landbouw. Waar wordt de landbouwgrond vooral gebruikt?
VRAAG 4
A
Bomen/planten voor de sier
B
Voedsel voor mensen
C
Veehouderij
D
Bomen voor papier

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Het juiste antwoord is C, veehouderij. Tweederde van alle landbouwgrond, wordt gebruikt als grasland voor vee. Slechts een derde wordt gebruikt voor akkerbouw. Van de akkerbouw is ook weer eenderde in gebruik voor veevoer

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Hoeveel voetbalvelden verdwijnen er per minuut om (o.a.) hiervoor ruimte te maken?
VRAAG 5
A
10
B
15
C
20
D
30

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Het juiste antwoord is D. 30 Voetbalvelden verdwijnen per minuut door ontbossing. Dat zijn 43.200 voetbalvelden per dag.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Regenwouden worden in hoog tempo ontbost. Waarom zijn die nu juist zo belangrijk?
VRAAG 6
A
Meer dan de helft van alle diersoorten woont in het regenwoud
B
Regenwouden stoten grote hoeveelheden zuurstof uit
C
Het regenwoud gaat klimaatverandering tegen
D
Regenwouden voorzien ons van medicatie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Gotcha! Alle antwoorden zijn goed. Daarmee is ontbossing de op één-na grootste oorzaak van opwarming van de aarde. Het regenwoud is dus super belangrijk! Wist je dat regenwouden de grootste biodiversiteit hebben van de wereld?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

WAAR OF NIET WAAR
Wat je moet weten over biodiversiteit; verscheidenheid van het leven op aarde

Slide 18 - Slide

De quiz wisselen we af met actieve werkvormen. Dit onderdeel heet over de streep. 

Doel: leerlingen actief laten nadenken over hun visie op vlees eten voordat we verder de diepte in gaan. Zo krijgt de docent ook inzicht in de algemene visie hierop binnen de klas.

Het spel: Alle leerlingen gaan aan één kant van het lokaal staan. In het midden maak je een (denkbeeldige) lijn. De volgende dia's tonen stellingen. Als leerlingen het eens zijn met de stelling, stappen ze over die streep naar de andere kant van het lokaal. Vraag steeds één leerling die over de streep is gestapt om hun keuze toe te lichten.

Er zijn teveel soorten dieren op de wereld
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions


Verlies van biodiversiteit vermindert de kwaliteit van water
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Veel diersoorten dienen als ongediertebestrijding
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Biodiversiteit, dus veel verschillende soorten dieren, planten en meer, zorgt voor voedselzekerheid, ook voor de mens
WAAR OF NIET WAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe meer verschillend eten, hoe zekerder je bent dat je kunt eten. Ook organismen met een specifiek dieet kunnen in leven blijven. Dus zijn er meer diersoorten. Zo gaat de cirkel door
UITLEG

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Welk diertje is belangrijk in het voortplanten van bloemen en planten?
VRAAG 7

Slide 24 - Open question

This item has no instructions


VRAAG 8
Wat is de reden dat de bij bedreigd wordt?
A
De honingindustrie
B
Bestrijdingsmiddelen in de landbouw
C
Monocultuur (te weinig variatie planten en bloemen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Het antwoord is C. Monocultuur. Daardoor zijn er weinig bijen, waardoor planten ook moeilijker voortplanten.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Dotpainting (schilderen in stippen) is de traditionele teken en schilder-techniek van de Aboriginals uit Australië en is ruim 50.000 jaar oud. De kunstwerken lijken decoratieve afbeeldingen te zijn, maar zitten vol symboliek en informatie. Ze vertellen verhalen uit de ‘Dreamtime’ of fungeerden ze als landkaarten waarmee kennis van generatie tot generatie werd overgedragen. 
ABORIGIONAL DOTPAINTING

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vertel met je eigen dotpainting het verhaal over een bedreigde diersoort
1. Kies een bedreigde diersoort van WWF.NL
2. Lees de informatie over dit dier en beantwoord de vragen in je dummy: 
Wat voor soort dier is het? Waar leeft het? Waardoor wordt het bedreigd? En waarom zou jij het wel / niet erg vinden als dit dier er niet meer is?
3. Schets de omtrek van dit dier in potlood op donker gekleurd karton
4. Schets er 1 of meer 'aboriginal symbols' bij die je verhaal ondersteunen
5. Kies maximaal drie kleuren en 3 wattenstaafjes, stippel eerst de omtreklijnen en vul daarna het hele vel met stippellijn-patronen.
BEELDENDE OPDRACHT

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions