tekstsoorten schrijfexamen - advertentie, informele mail

Nederlands
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan verschillende tekstsoorten noemen
  • Ik kan uitleggen wat met elke tekstsoort wordt bedoeld
  • Ik kan een advertentie opstellen
  • Ik schrijf een informele e-mail
  • Ik kan verwijswoorden gebruiken

Slide 2 - Slide

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (CE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%
+
: 2

Slide 3 - Slide

Examen schrijven

De verschillende tekstsoorten

Slide 4 - Slide

Hoofdletters en punten!
Elke zin eindigt met een .   (of een ? of !)
Elke zin begint met een hoofdletter.
Namen schrijf je ook met een hoofdletter.

Maanden en dagen in het Nederlands NIET met een hoofdletter!
januari, dinsdag

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Schrijfexamen 2F
1. betoog/reactie 
2. zakelijke e-mail  
3. verslag(je)
4. memo
5. advertentie
6. artikel                                                                
7. zakelijke brief    
8. informele e-mail                            

Slide 7 - Slide

1.
Betoog

Slide 8 - Slide




Wat is een betoog?


De opbouw van een betoog

Slide 9 - Slide

2.
Zakelijke e-mail

Slide 10 - Slide

Uitleg zakelijke e-mail
  • Je stuurt een zakelijke e-mail vaak naar personen (die je niet kent),  bedrijven of organisaties.
  • Je gebruikt formele taal.
  • Je gebruikt de regels (conventies) die gelden voor een zakelijke e-mail.


Slide 11 - Slide

Voorbeeld opbouw zakelijke e-mail
- E-mailadres(sen)
- Onderwerp (passend, kort & bondig)
- Aanhef
- Inleiding (de reden waarom je schrijft)
- Kern (dat waar het om gaat)
- Afsluiting (wat verwacht je van de lezer?)
- Met vriendelijke groet,


Slide 12 - Slide

Zakelijke e-mail:
waar let je op?

  • Er is een duidelijke opbouw (inleiding - middenstuk - slot)
  • De (deel)onderwerpen staan op een logische volgorde.
  • De toon is formeel (u/uw, nette woorden).
  • Je houdt je aan de conventies (regels): duidelijk onderwerp, juiste aanhef en afsluiting, persoonlijke gegevens, alinea-indeling, witregels, etc.)
  • Je taalverzorging is in orde (spelling en grammatica)

Slide 13 - Slide

3.
Verslag

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

4.
MEMO

Slide 16 - Slide



Schrijven

Memo

Een memo is een kort briefje.
(Denk aan telefoonnotitie) 

Slide 17 - Slide

Voorbeeld van een memo

Slide 18 - Slide

5.
Advertentie

Slide 19 - Slide

Advertentie
doel = overtuigen

Titel
Advertentietekst
contactgegevens
Foto's

Slide 20 - Slide

schrijfopdracht advertentie - 10 minuten
op papier: wie kan zijn fiets het best verkopen?

Slide 21 - Slide

6.
Artikel

Slide 22 - Slide

Opbouw artikel

  • Titel
  • Inleiding: aandacht lezer trekken + onderwerp introduceren
  • Middenstuk: uitleg over het onderwerp (deelonderwerpen), onderbouwen van je mening (argumenten)
  • Slot: samenvatting, conclusie

Denk aan een duidelijke alinea-verdeling.

Slide 23 - Slide

soorten artikelen


1.  uiteenzetting > informeren

2. beschouwing > informeren + overtuigen

3. betoog > overtuigen

Slide 24 - Slide

7.
Zakelijke brief

Slide 25 - Slide

Over de opbouw van een zakelijke brief hebben we ook afspraken gemaakt >>>>> 
conventies

Slide 26 - Slide

Conventies zakelijke brief
  1.  Afzender
  2. Datering
  3. Adressering
  4. Betreft
  5. Aanhef
  6. Briefinhoud
  7. Ondertekening
  8. Bijlage (n)

Slide 27 - Slide

Zakelijke brief

Slide 28 - Slide

8.
Informele e-mail

Slide 29 - Slide

Informele mail

Slide 30 - Slide

Verwijzen

Slide 31 - Slide

Schrijfopdracht persoonlijke / informele mail - 10 minuten
Mail naar r.grootens@rocmondriaan.nl
Je mag zelf kiezen:
-Welk onderwerp?
-Aan wie?
! Welke dingen moeten in de mail staan?
! Denk aan aanhef, inleiding, kern, slot en afsluiting!
! Let of spelfouten
! Let op hoofdletters, punten en komma's


Slide 32 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan verschillende tekstsoorten noemen
  • Ik kan uitleggen wat met elke tekstsoort wordt bedoeld
  • Ik kan een advertentie opstellen
  • Ik schrijf een informele e-mail
  • Ik kan verwijswoorden gebruiken

Slide 33 - Slide

Veel succes!

Slide 34 - Slide