This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Both: 2 personen, dieren, dingen (zelfstandig nw meervoud)
Each: twee of meer personen, dieren,dingen (zelfstandig nw enkelvoud met nadruk op individuele dingen)
Every, All en None: drie of meer personen, dieren of dingen(nadruk op het geheel)
ex: 25,26
p70WB
Study for Test (Vocab A,B,C,D)
Stone 7