Figurative language: Ontdek de kracht van taal!

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Figurative Taal: The Power of language!

Leerdoel

Hello, everyone! 

In today's lesson, we're going to explore figurative language. By the end of this class, you'll be able to recognize and define important figurative language terms like 'hyperbole' and 'personification' using examples and teamwork. Let's get started!

Wat weet je al over figuurlijke taal?

Take Notes

1. what is figurative language?

2. What are Similes?

3. What are Metaphors?

4. What is personification?

5. What are idioms?

6. What is a hyperbole?

https://www.youtube.com/watch?v=YlfzDvrhzuU

Look up and explain

In groups of 2

1. What is Alliteration? 

2.What is Onomatopoeia?

Now off to Classroom

Hyperbool

Definieer hyperbool als een extreem overdrijving die wordt gebruikt voor nadruk of effect.

Hyperbool - Voorbeeld

Voorbeeld: 'Ik heb zo'n honger dat ik een paard kan opeten!'

Personificatie

Leg personificatie uit als het geven van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke dingen of dieren.

Personificatie - Klasoefening

Toon een afbeelding van een lachende zon. Vraag de leerlingen om de zon te beschrijven alsof het een persoon is. Wat zou het kunnen doen of zeggen?

Andere Termen van Figuurlijke Taal

Introduceer kort andere termen van figuurlijke taal zoals vergelijking, metafoor, alliteratie, sibilantie, enz. Leg uit dat deze termen in toekomstige lessen uitgebreider behandeld zullen worden.

Samenwerkingsactiviteit

Voer een korte samenwerkingsactiviteit uit waarbij de leerlingen in groepjes voorbeelden van figuurlijke taal bespreken en delen.

Afsluiting

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het begrijpen van figuurlijke taal in literatuur en communicatie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.