Tijden (dagen, maanden, seizoenen)

de kalender
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

de kalender

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Verschillende soorten tijd bespreken

Slide 2 - Slide

Tijd!
Klok
Dagen en maanden
Seizoenen

Slide 3 - Slide

Hoeveel minuten zitten er dan in een half uur?
A
15 minuten
B
45 minuten
C
30 minuten
D
10 minuten

Slide 4 - Quiz

Hoeveel minuten zitten er in een uur?
A
30 minuten
B
60 minuten
C
100 minuten
D
15 minuten

Slide 5 - Quiz

Hoeveel minuten zitten er in een kwartier
A
5 minuten
B
10 minuten
C
30 minuten
D
15 minuten

Slide 6 - Quiz

Hoe laat is het is het hier?
A
5 over half 6
B
half 7
C
7 uur
D
5 uur

Slide 7 - Quiz

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
half 2
kwart voor 11
kwart over 12
kwart over 9
kwart voor 10
half 1
kwart voor 12
kwart voor 9

Slide 8 - Drag question

Hoeveel dagen zitten er in 1 week?

Slide 9 - Open question

Welke dag is het vandaag?

Slide 10 - Open question

wat is de datum van vandaag?
A
20-5-2025
B
19 mei 2025
C
21 mei 2025
D
22 mei 2025

Slide 11 - Quiz

Vandaag is het vrijdag...
Welke dag is het morgen?

Slide 12 - Slide

Welke dag is het overmorgen?

Slide 13 - Open question

hoeveel dagen heeft de maand april?

Slide 14 - Slide

Maanden

Slide 15 - Slide

Hoeveel maanden heeft een jaar?

Slide 16 - Open question

Hoeveel weken heeft een jaar
A
365 weken
B
12 weken
C
52 weken
D
4 weken

Slide 17 - Quiz

Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
1000 dagen
B
365 dagen
C
370
D
435 dagen

Slide 18 - Quiz

Sleep de maanden in de goede volgorde
1
2
3
4
april
januari
maart
februari

Slide 19 - Drag question

Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12

maart

december

januari

oktober

februari

juni

mei

september

november

april

augustus

juli

Slide 20 - Drag question

Hoe schrijf je 18 april in cijfers?
A
18-4
B
18-04
C
04-18
D
4-18

Slide 21 - Quiz

Seizoenen
Wat is dat?

Slide 22 - Slide

Hoeveel seizoenen heeft een jaar?
A
3 seizoenen
B
12 seizoenen
C
52 seizoenen
D
4 seizoenen

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de 4 seizoenen?

Slide 24 - Open question

Lente

Slide 25 - Slide

   Zomer

Slide 26 - Slide

Herfst

Slide 27 - Slide

Winter

Slide 28 - Slide

Dit is een foto
van de winter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Na de winter komt de lente.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Na de zomer komt de winter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Welke maanden horen bij de zomer?
A
januari, februari en maart
B
april en mei
C
juni, juli en augustus
D
november en december

Slide 32 - Quiz


Welke maanden
 horen bij de Herfst?
A
januari en februari
B
maart, april, mei
C
september, oktober en november
D
juni en juli

Slide 33 - Quiz

In welk seizoen zijn we nu?
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 34 - Quiz

Wanneer begint de zomer??
A
21 december
B
21 maart
C
21 juni
D
21 september

Slide 35 - Quiz