Signaalwoorden Quiz

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Hoe goed ken je de signaalwoorden? 

We doen de quiz om erachter te komen! 

Wat doe je als eerste bij het zien van een nieuwe leestekst?

1. starten met lezen
2. kijken naar kopjes, plaatjes, tussenkopjes
3. vraag lezen
4. bron bekijken

Hoe bepaal je waar de tekst over gaat?

1. Ik lees de eerste zin en laatste zin van elke alinea
2. Ik lees de eerste zin en laatste zin van de tekst
3. Ik lees de hele tekst
4. Ik scan de tekst snel door

Hoeveel antwoorden kunnen goed zijn bij een meerkeuze (ABC) opgave?

1. 1
2. 1 en soms 2

Wat is citeren?

1. in eigen woorden opschrijven
2. letterlijk uit de tekst overnemen

Wat voor signaal geeft het woord "however"

1. een voorbeeld
2. een tegenstelling
3. een opsomming
4. een gevolg

Welk signaal geeft het woord "compared to?"

1. een gevolg
2. een oorzaak
3. een vergelijking
4. een tegenstelling

Welk signaal geeft het woord "therefore?"

1. een opsomming
2. een tegenstelling
3. een vergelijking
4. een reden / oorzaak

Wat kun je verwachten als je ziet staan " on the other hand"?

1. een tegenstelling tot een eerder genoemd argument
2. een gevolg van een eerder voorbeeld in de tekst
3. een voorbeeld
4. een oorzaak van het probleem

Wat kun je verwachten als je het woord ziet staan "in comparison to"?

1. een opsomming
2. een tegenstelling
3. een argument
4. een vergelijking

Welk woord kun je verwachten in de laatste alinea van een tekst?

1. for example
2. consequently
3. such as
4. in short

Wat kun je verwachten als je het woord "also" ziet staan?

1. Een conclusie van een tekst
2. Een voorbeeld om een argument te ondersteunen
3. Nog een reden om een argument te ondersteunen
4. Een tegenstelling tot een eerder genoemd argument

Als je het woord "according to" ziet staan, wat kun je dan verwachten?

1. Een persoonlijke mening van iemand
2. Een voorbeeld vanuit de praktijk
3. De conclusie van de tekst
4. het gevolg van iets

Ben je tevreden met wat je al weet van de signaalwoorden?

1. Ja, zeker wel
2. Nee, nog lang niet. Ik ga extra oefenen
3. Ja, maar ik twijfelde nog hier en daar

Wat ga je doen ter voorbereiding
op je CSE Engels?

What can you bring to your exam?

1. Dutch dictionary
2. Dutch-English dictionary
3. English-Dutch dictionary
4. Phone