Keuzeles 12 april

lich Willkommen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

lich Willkommen

Slide 1 - Slide

Das Programm für Heute

- Huiswerk bespreken
- Herhaling ein/eine & kein/keine
- Uitleg bezittelijke vnw
- Opdracht bezittelijk vnw Learnbeat

Slide 2 - Slide

Doelen


- Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.

- Ik weet de vertalingen van ein/eine & kein/keine.

-Ik weet wanneer ik ein/eine & kein/keine gebruik.

Nieuw! - Ik weet wat bezittelijke vnw zijn 

-Ik weet de Duitse vertalingen van de bezittelijke vnw. 


Slide 3 - Slide

Opdracht 1

Beschrijf wat jij op dit moment draagt
Ich trage (kledingstuk + kleur) 
timer
4:00

Slide 4 - Slide

Opdracht 2


Learnbeat --> H6 Einkaufen --> 6.7 C --> Collage maken + geschreven tekst in het Duits.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ein, eine, ein

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen ein en eine?
Wanneer gebruik je welke?

Slide 9 - Mind map

ein
eine
keine
Katze
Zeitung
Junge
Haus
Schüler
Haare

Slide 10 - Drag question

....Haus
welk onbepaald lidwoord past?

Slide 11 - Open question

.... Junge
welk onbepaald lidwoord past?

Slide 12 - Open question

.... Mannschaft
welk onbepaald lidwoord past?

Slide 13 - Open question

.... Kinder
welk onbepaald lidwoord past?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

ik 
mijn
jij
jouw
hij
zijn
zij 
haar
het 
zijn
wij
ons/onze
jullie
jullie
zij
hun
u
uw
ich
mein-
du
dein-
er
sein- 
sie 
ihr-
es
sein-
wir
unser-
ihr
euer-
sie
ihr-
Sie
Ihr-
Bezittelijk
voornaamwoord

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

mijn
jouw
zijn
haar
hun
onze
jullie
uw
mein
unser
ihr (m.v.)
ihr (e.v.)
sein
Ihr
dein
euer

Slide 18 - Drag question

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 19 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma

Slide 20 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre|
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt

Slide 21 - Quiz

Das ist Ihr Fahrrad.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
das
B
ist
C
Ihr
D
Fahrrad

Slide 22 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern (mv)
A
meine
B
dien
C
ihre
D
unsere

Slide 23 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 24 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch (o)


A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein

Slide 25 - Quiz

Was ist ...............(jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 26 - Quiz

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 27 - Quiz

Das sind..................(onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 28 - Quiz

............ (jullie) Weinachtsbaum (m) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 29 - Quiz

................(onze) Klassenlehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 30 - Quiz

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Sein
D
Unse4r

Slide 31 - Quiz

Das ist ........................ (mijn)Geburtstagsgeschenk (o)
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 32 - Quiz

De uitgangen van de bezittelijke voornaamwoorden
  • De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgang als de woorden ein(e) en kein(e). 

  • Let op het bezittelijk voornaamwoord 'euer' (=jullie)
Ist das euer Vater?
Ist das eure Mutter?

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Aufgabe


Kapitel Personalien --> Werkzeugkasten 2 -->  D Grammatik bezittelijke vnw 





Slide 35 - Slide