Frans gramm adjectif

Lesdoelen:

  • weten wat een adjectif is
  • hoe maak je  een bijvoeglijk naamwoord?
  • wat is de plaats van het bijvnw?
  • leren: plaats en vorm
  • toepassen bijvnw in mail
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen:

  • weten wat een adjectif is
  • hoe maak je  een bijvoeglijk naamwoord?
  • wat is de plaats van het bijvnw?
  • leren: plaats en vorm
  • toepassen bijvnw in mail

Slide 1 - Slide

Adjectif (Réf blz. 34-36/Grammkaart)
L’adjectif: --> Een bijv.n.w. zegt iets over een zelfst. nw. 

Denk om vorm en plaats (de meeste erachter, aantal ervóór)





Slide 2 - Slide

Adjectif
Hoofdregel:
manlijk enkv --> grand                manl mv  --> grands (+s)
vrl enkv           --> grande (+e)     vrl mv       --> grandes (+es)


Slide 3 - Slide

Uitzonderingen :
1. Eindigt een bijv. nw in manl. enkv. al op een: -e --> dan geen extra -e voor vrl. enkv. --> un garçon timide / une fille timide 
  Eindigt een bijv.nw op -é, dan wel extra -e voor vrl enkv --> 
  un mètre carré / une boîte carrée 

Slide 4 - Slide

Uitzonderingen vrwl enkv
2. De vrwl vorm enkv verandert nogal eens (zie rijtjes blz 34,35 Ref + grammkaart!)

bijvoorbeeld: bon -> bonne
                             neuf-> neuve
                              fou-> folle
                              beau-> belle       etc





Slide 5 - Slide

Uitzonderingen:
3. Eindigt een bijv. nw. manl. enkv. op een -s of -x, dan geen extra -s voor manl. mv. (manl enkv = manl mv)

Un gros garçon        -->  des gros garçons
Un vieux bâtiment  --> des vieux bâtiments

Slide 6 - Slide

Uitzonderingen:
4. Eindigt een bijv. nw. op -(e)au -->  dan voor manl mv. geen -s, maar een -x  
un beau tableau -->  des beaux tableaux 

Slide 7 - Slide

Uitzonderingen
5. Beau / vieux / nouveau -->  hebben aparte vorm voor zelfst. nw. manl enk. die begint met klinker / stomme ‘h’

Beau            Bel              Belle               (mv: beaux / belles)
Nouveau    Nouvel      Nouvelle       (mv: nouveaux / nouvelles)
Vieux           Vieil            Vieille            (mv: vieux / vieilles)

Bijv. un bel ami / un nouvel hôtel / un vieil appartement / un bel agent de police


Slide 8 - Slide

Plaats van het bijv.naamwoord
Het bijvoeglijk nw staat, in tegenstelling tot het Nedrlands, achter het zelfstandig naamwoord:

vb: une maison moderne

Slide 9 - Slide

Uitzonderingen
Maar vóór het zelfst. naamwoord staan (in alle vormen):
bon grand vaste autre mauvais
long gros vieux jeune meilleur
beau haut joli petit nouveau

Slide 10 - Slide

Welke bijvoeglijk naamwoord staat NIET voor het zelfst nw in het Fa?
A
gentil
B
petit
C
beau
D
bon

Slide 11 - Quiz

noteer de vrouwelijke vorm enkelvoud van blanc

Slide 12 - Open question

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
Ce sont des ..... filles ..... (sportief).

Slide 13 - Open question

Welke zin klopt niet?
A
Mes parents sont gentils.
B
C'est une nouvelle école.
C
J'ai rencontré tes bel amis.
D
J'adore ces légumes frais.

Slide 14 - Quiz

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
C'est une ..... note ..... (slecht).

Slide 15 - Open question

Welke zin klopt als enige wel?
(let op plaats en juiste vorm bijvnw)
A
Ce sont des méchants chiens.
B
C'est un vieil hôtel.
C
Ce sont des timides filles.
D
Il a les cheveux longues.

Slide 16 - Quiz

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
Elle porte toujours des ..... robes (vrwl mv) ..... (blauw).

Slide 17 - Open question

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
J'adore la ..... langue ..... (italiaans).

Slide 18 - Open question

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
J'ai trois ..... frères ..... (klein).

Slide 19 - Open question

Et maintenant...au travail: 
Vul de ontbrekende woorden in op de volgende dia en noteer ze in je schrift! (bijvnw/zelfstnw/(delend )lidwoord). Je kunt de antwoorden aan je docent vragen.

Slide 20 - Slide

Tip: olijven= olives (vrwl mv)
Cher Marc,
Merci de ta (aardige) lettre.
Hier, j'ai vu un (mooi) programme sur (- olijven). J'aime (- olijven). Elles sont (lekker=bon). Tu connais les (Franse olijven) ?J'espère te revoir vite. Amitiés, Suzanne


Slide 21 - Slide