2.3 massa en volume

H2 Stoffen
Paragraaf 3: Massa en Volume
Maar eerst een terugkoppeling van de vorige les
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Stoffen
Paragraaf 3: Massa en Volume
Maar eerst een terugkoppeling van de vorige les

Slide 1 - Slide

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 2 - Drag question

Thee met suiker is een ...................., want het is




 .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 3 - Drag question

Sinaasappelsap is een ...................., het blijft .................... 




goed gemengd, want de sliertjes in het vruchtvlees zakken .................... naar de bodem. 
Oplossing
Suspensie
Wel
Niet
Wel
Niet

Slide 4 - Drag question

Een energiedrank zoals redbull is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 5 - Drag question

Vorige les
A
B
C
Filtraat 
Filter
Residu 

Slide 6 - Slide

Deze les
  • massa (m)
  • Volume (V)
  • Oefenen met rekenen

Na deze les:
  • weet je wat er met 'volume' en 'massa' bedoeld wordt.
  • kan je het volume berekenen

Slide 7 - Slide

Massa
Massa = Een maat voor de hoeveelheid stof
Massa kan je meten met een weegschaal




! Let op: massa is niet hetzelfde als gewicht !
Grootheid
Grootheid
(symbool)
Eenheid
Eenheid
(symbool)
massa
m
kilogram
kg

Slide 8 - Slide

Volume
Hoeveel ruimte iets inneemt
formule: V= l x b x h (kubus)
Grootheid
Grootheid
(symbool)
Eenheid
Eenheid
(symbool)
massa
m
kilogram
kg
volume
V
kubieke centimeter
cm^3

Slide 9 - Slide

Volume
r
h
1 L        = 1 dm^3
1 mL    = 1 cm^3
V = r² x π x h (cilinder)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is een metriek stelsel

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zonder vaste vorm: vloeistoffen

Slide 14 - Slide

Volume van onregelmatige voorwerpen bepaal je zo:

Slide 15 - Slide

volume bepalen met de onderdompel methode

Slide 16 - Slide

beginstand: 15 mL
eindstand: 24 mL
Volume?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3

Slide 17 - Quiz

Ik moet omreken van m naar cm.
Hoeveel stapjes doe ik dan naar rechts in het metriek stelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Omrekenen

130cL=...dL
A
1,3
B
13
C
1300
D
0,13

Slide 19 - Quiz

Omrekenen

6,5dL=...mL
A
65
B
0,65
C
650
D
6500

Slide 20 - Quiz

Omrekenen:
25km3=.............dam3
A
2 500
B
25 000
C
25 000 000
D
25 000 000 000

Slide 21 - Quiz

Omrekenen:
1000 liter =
A
1 m³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
10 m³

Slide 22 - Quiz

Omrekenen:
240 milliliter =
A
240 cm3
B
240 dm3
C
240000 cm3
D
24 m3

Slide 23 - Quiz

Aan de slag 
Maak opdracht 1 t/m 13

Slide 24 - Slide