NB nationale poepdag

1. Kies de goede antwoorden. Er zijn er 2 goed.
Waaraan kun je zien dat deze tekst een instructietekst is?
A
Veel zinnen beginnen met een instructiewoord.
B
Er staat een afbeelding bij de tekst.
C
Er staat in hoe en wat je kunt doen.
D
De tekst heeft een titel en tussenkopjes met een vraag.
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

1. Kies de goede antwoorden. Er zijn er 2 goed.
Waaraan kun je zien dat deze tekst een instructietekst is?
A
Veel zinnen beginnen met een instructiewoord.
B
Er staat een afbeelding bij de tekst.
C
Er staat in hoe en wat je kunt doen.
D
De tekst heeft een titel en tussenkopjes met een vraag.

Slide 1 - Quiz

2. Kies het goede antwoord.
Voor wie is deze instructietekst geschreven?
A
voor iedereen
B
voor dokters
C
voor zieke mensen
D
voor mensen die last van hun buik hebben

Slide 2 - Quiz

3. Kies het goede antwoord.
Wat is het belangrijkste doel van de schrijver van deze tekst?
A
overtuigen: over het gevaar van ophouden van poep.
B
vertellen: wat te doen als je niet goed kunt poepen.
C
informeren: over de oorzaken van buikpijn en verstopping.
D
tips en adviezen: hoe je voor een gezonde ontlasting zorgt.

Slide 3 - Quiz

4. In een instructietekst beginnen zinnen vaak met een instuctiewoord of doewoord. Kies die 2 zinnen.
A
Het is goed om naar de vorm en kleur van je poep te kijken.
B
Drink 1 tot 1,5 liter vocht per dag.
C
Bewegen is goed voor iedereen.
D
Ga meteen, als je voelt dat je moet poepen.

Slide 4 - Quiz

5. Welke 2 woorden worden in de instructietekst voor poep gebruikt?
A
de darmen
B
de ontlasting
C
de stoelgang
D
de vezel

Slide 5 - Quiz

6. Hoe kun je het proces van een opgegeten boterham het beste beschrijven?
A
darmen - poep - brood
B
brood - darmen - poep
C
brood - poep - darmen
D
darmen - brood - poep

Slide 6 - Quiz

7. Wat je lichaam niet kan gebruiken wordt omgezet in poep. Poep is dus eetafval. Wat betekent omzetten in?
A
zelf gebruiken voor
B
doorgeven aan
C
veranderen in
D
verbeteren in

Slide 7 - Quiz

8. Als je poep afwijkt, is het verstandig om naar de huisarts te gaan.
Afwijken betekent:
A
belangrijker zijn
B
anders zijn
C
mooier zijn
D
hetzelfde zijn

Slide 8 - Quiz

9. Waardoor kun je droge ontlasting krijgen?
Er zijn 2 antwoorden goed.
A
door niet genoeg te drinken
B
door je toiletbezoek uit te stellen
C
door goed te kauwen op je eten
D
door niet in de juiste houding te zitten op de wc

Slide 9 - Quiz

10. Wat is juist?

I.  Diarree of verstopping? het is belangrijk om veel te drinken.


II. Kijk naar je poep, dan kun je zien of je gezond bent.

Slide 10 - Slide

10. Wat is juist?
I. diarree of verstopping? -> belangrijk om veel te drinken.
II. Kijk naar je poep -> ziet of je gezond bent.
A
Alleen II is juist
B
Alleen I is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 11 - Quiz