week 49 lntroductie en voorkeur aangeven

Bienvenidos
¿Qué vamos a hacer?

  • Start periode 2
  • voorkeur aangeven
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • vocabulario
  • los deberes
Semana 49
1 / 33
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bienvenidos
¿Qué vamos a hacer?

  • Start periode 2
  • voorkeur aangeven
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • vocabulario
  • los deberes
Semana 49

Slide 1 - Slide

Estás en tu casa
  • Unidad 2 Espacio Joven 360 
  • Leerdoelen
  • Planning
  • PTD Spaans
  • vocabulario y gramática
  • escuchar, escribir, leer
Periode 2

Slide 2 - Slide

Vocabulario blok 1 
de vriend/de vriendin
Voor mij
het monument
Wie zijn deze jongens (en meisjes)?
Wie?
met vakantie zijn
estar de vacaciones
el monumento
¿Quiénes son estos chicos?
el amigo/ la amiga
para mí
¿quién?

Slide 3 - Drag question

Vocabulario blok 1 
de stad
Wie?
toch?
de foto
met vakantie zijn
de vriend
el amigo
¿Verdad?
la foto
la ciudad
¿Quién?
estar de vacaciones

Slide 4 - Drag question

Vamos a empezar
Introducción unidad 2
LA p. 32-33

Slide 5 - Slide

Hablar de las preferencias
  • We lezen samen blok 2.
  • Maak nu opdracht 1 van página 34 
uit je LA.
Klaar?
Vraag je klasgenoot naar zijn/haar
favoriete sport/eten/land etc. bij opdracht 2


lEERDOEL: VOORKEUR AANGEVEN

Slide 6 - Slide

Hablar de preferencias
¿Cuál es tu _______favorito/a?
Wat is jouw favoriete _______?

Mi ______favorito/a es ______
Mijn favoriete _____ is ______

Slide 7 - Slide

¿Cuál es tu ............ favorita?
A
deporte
B
país
C
número
D
comida

Slide 8 - Quiz

¿Cuál es tu libro........?
A
favorito
B
favorita

Slide 9 - Quiz

¿Cuál es tu deporte favorito?
A
la paella
B
el baloncesto
C
Inglaterra
D
el perro

Slide 10 - Quiz

¿Cuál es tu ............. favorito?
A
número
B
nombre
C
deporte
D
asignatura

Slide 11 - Quiz

¿Cuál es tu asignatura favorita?
A
el queso
B
el pez
C
Matemáticas
D
baloncesto

Slide 12 - Quiz

¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu pais favorito?
¿Cuál es tu número favorito?
¿Cuál es tu deporte favorito?
¿Cuál es tu música favorita?
¿Cuál es tu asignatura favorita?
Pop latina
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 13 - Drag question

Chihuahua Nacho spreekt Spaans
Zwerfhondje Nacho uit Los Angeles leek wel doof. Of heel eigenwijs. In elk geval luisterde hij niet. Wat z'n pleegmoeder ook deed, de chihuahua verrekte geen spier. Tot ze eens probeerde Spaans tegen hem te praten.

Dát verstond-ie overduidelijk wel! Blij sprong-ie op. Actie! Ze maakte er video's van en die werden een hit op TikTok. Een goede zet, want toen stroomden de reacties van nieuwe baasjes binnen. Hij vond een warm mandje bij een Spaans sprekend gezin in Seattle. Da's nog eens een happy end! Of in het Spaans: Final Feliz!

Slide 14 - Slide

Chihuahua
Het ras is vernoemd naar een provincie in het noorden van Mexico en vindt zijn oorsprong bij de Tolteken. Dit Indiaanse volk fokte honden, die techichi genoemd werden. Ze waren wat groter dan de chihuahua, maar vertoonden er verder wel overeenkomsten mee. Waarschijnlijk werden deze honden als heilig beschouwd en gebruikt als offer om de zonden van overleden personen op zich te nemen en hun zielen op de reis naar het hiernamaals te begeleiden. Ook de latere Azteken hielden kleine hondjes voor religieuze doeleinden. De chihuahua is het oudste hondenras op het Amerikaanse continent. Pas aan het eind van de negentiende eeuw brachten toeristen de hondjes mee naar Europa.

Slide 15 - Slide

Los adjetivos
Los Adjetivos
Nederlands
Spaans
singular
masc
een knappe man
un hombre guapo
singular
fem
een knappe vrouw
una mujer guapa
plural
masc
twee knappe mannen
dos hombres guapos
plural
fem
twee knappe vrouwen
dos mujeres guapas
librito p. 31-32

Slide 16 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Een woord dat een eigenschap benoemt.
B
Het woord aan het begin van de zin.
C
Een woord dat iets zegt over het zelfstandig naamwoord.
D
Het woord wat achter het lidwoord staat

Slide 17 - Quiz

het bijvoeglijk naamwoord staat........
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
vooraan in de zin
C
voor het zelfstandig naamwoord
D
achteraan in de zin

Slide 18 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden.
Las chicas
A
simpáticos
B
simpatíca
C
simpáticas
D
símpatico

Slide 19 - Quiz

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

...... museos
A
pocos
B
pocas
C
poces
D
poca

Slide 20 - Quiz

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

...... libros
A
muchas
B
mucho
C
muches
D
muchos

Slide 21 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord:

Mi cama es ...
A
blanco
B
blanca
C
blancas
D
blanque

Slide 22 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord:

Mi armario es...
A
rojo
B
roje
C
rojas
D
rojos

Slide 23 - Quiz

Pepe vive en una calle pequeña. 
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Onderwerp
Werkwoord
Lidwoord
vive
Pepe
calle
pequeña
una

Slide 24 - Drag question

Clara tiene un perro blanco.
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Onderwerp
Werkwoord
Lidwoord
tiene
Clara
perro
blanco
un

Slide 25 - Drag question

Gramática
lEERDOEL: bijvoeglijk nw.
Nog niet helemaal duidelijk?
Kijk het filmpje en volg de uitleg in je librito op p.  31 en 32 . 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
Módulo pág. 17 y 18

Slide 28 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
 bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk),   pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
    la casa bonita (het mooie huis)

Slide 29 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
    la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 30 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
  bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)


Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
    la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 31 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
    la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
    la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 32 - Slide

¿Cuál es tu ... favorito/a?
Pak je woordenlijst blok 2 en bedenk zelf 3 vragen in het Spaans wat iemand zijn/haar favoriete ... is. En geef daarop antwoord. 

Slide 33 - Slide