Herhaling H3 + H4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom in de geschiedenisles!

Herhaling

Wat gaan we doen vandaag?

• Lesdoelen
• Proefwerk 3
  
• Quiz / quizlet
  
• Afsluiting  
  

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

• Ken je de begrippen van hoofdstuk 3 en 4.

• Kun je per paragraaf aangeven wat er moet worden geleerd voor proefwerk 3.

Proefwerk 3

• Paragraaf 3,1 - koninkrijk der Nederlanden
  

• Paragraaf 3,2 - wonen in een industriestad
  

• Paragraaf 3,3 - de strijd van de arbeiders
  

• Paragraaf 3,4 - sociale wetten, schonere steden
  

• Paragraaf 3,5 - de kolonie Nederlands-Indië
  

Basiskennis

• Om de toets goed te kunnen maken heb je basiskennis nodig over: begrippen, jaartallen, personen en gebeurtenissen (R)

• Vervolgens geef je met behulp van deze kennis en de vaardigheden antwoord op toetsen/bron vragen (T1, T2, I)
  

Toetsvragen

• Je krijgt een hoofdstuk toegewezen (pararaaf 3,1 t/m 3,5 of 4,1 t/m 4,5)
  
• Lees de teksten nog een keer door van de betreffende paragraaf
• Verzin twee toets vragen (open of meerkeuze)
• Wissel deze uit met je buurman/buurvrouw
  

• 15 / 20 minuten

Klaar? oefen met Quizlet! (te vinden in huiswerk magister)

Is de foto aan het begin of einde van de Eerste Wereldoorlog gemaakt?
Klik op de afbeeldingen om deze te vergroten.

Welke kenmerken van de Eerste Wereldoorlog zie je op de foto?
Klik op de afbeeldingen om deze te vergroten.

Vul hier je antwoord in

a. waarover gaat deze tekening?

b. De tekenaar dit vredesverdrag goed/slecht want...

c. uit welk land komt de tekenaar?

Op de medaille links staat RF (Franse Repubiek) en op de citroen staat Deutschland (Duitsland). Prent gemaakt in 1919, maker onbekend. 

c. uit welk land komt de tekenaar?

Ga naar quizlet.live

H3: https://quizlet.com/_64n84p?x=1jqt&i=1fptc3

H4: https://quizlet.com/_6gbpwb?x=1jqt&i=1fptc3

Teken het begrip

• Pak een blaadje en een pen
• Kies begrip uit en teken deze (5 minuten)
  
• In Break-out teams (camera en microfoon aan!)
• Laat je begrip zien aan je medeleerlingen (deze raden het begrip, 10 minuten)

• Hoe ging het?
  

Nabespreken 

Aan het eind van deze les:

• Ken je de begrippen van hoofdstuk 4.

• Kun je per paragraaf aangeven wat er moet worden geleerd voor PTO3.

Fijne dag!

4.5 opdracht 4

4.5 opdracht 4

a Een dictator is een heerser die alle macht in handen heeft. Hij wil zijn macht met niemand delen. Zijn wil is wet.

b Hij liet zijn belangrijkste tegenstanders uit de weg ruimen.

c De arbeiders en de boeren

d Ja, want de productie van steenkool werd bijna verdubbeld en de productie van aardolie werd verdubbeld. De ijzerproductie is een klein beetje verbeter (maar zou in de latere jaren nog vele malen hoger worden).

e Ja, want het doel van het plan is bereikt (productieverhoging). Nee, want de geplande groeicijfers zijn niet gehaald.

Deze foto stond in 1936 in alle kranten van de Sovjet-Unie. De toen zevenjarige Geyla Markizova mocht bij een bezoek Stalin een kus geven. Een jaar later werd haar vader opgepakt. Hij zou een aanslag op Stalin willen plegen, ze heeft hem nooit meer terug gezien. 

4.5 opdracht 6

• a In de werkkampen is het ijskoud. De gevangenen werden er gedwongen heel hard te werken onder heel slechte omstandigheden.
  

• b Hij is waarschijnlijk vermoord of hij is misschien gestorven in een kamp in Siberië.
  

• c Omdat hij op de foto als een vriendelijke man is afgebeeld, die goed is voor het volk en van kinderen houdt als een vader.