Proeftoets

Hoe maak je een vraag in het Engels bij I, You, We, They
A
Met do + ?
B
Met does + ?
C
Met do + is + ?
D
Met does + is + ?
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hoe maak je een vraag in het Engels bij I, You, We, They
A
Met do + ?
B
Met does + ?
C
Met do + is + ?
D
Met does + is + ?

Slide 1 - Quiz

Hoe maak je een vraagzin als er AM/ARE/IS/CAN in de zin staat?
A
Je zet er een vraagteken achter.
B
Gebruik je Do en laat je am/are/is/can staan
C
Je zet does vooraan en een ? erachter
D
Je draait het onderwerp en de persoonsvorm om

Slide 2 - Quiz

Zo meteen volgen twee sleepvragen


Bij de sleepvraag zet je de VRAAG zin in de juiste volgorde

Slide 3 - Slide

every Saturday
wash
his car
he
Does

Slide 4 - Drag question

she
go
Does
to school
by bus

Slide 5 - Drag question

Vertaal naar het Engels:
Zij heeft een rode auto

Slide 6 - Open question

Maak vragend:
She has a red car.

Slide 7 - Open question

Maak ontkennend:
She has a red car.

Slide 8 - Open question

Dit gaat tot nu toe:
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

What's the time?

Slide 10 - Open question

Wat is de juiste (meestvoorkomende) woordvolgorde in het Engels?

Slide 11 - Open question

Noem de vragende voornaamwoorden in het Engels

Slide 12 - Open question