NOS Nieuws van de week in makkelijke taal week 3

NOS Nieuws van de week in makkelijke taal week 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NOS Nieuws van de week in makkelijke taal week 3

Slide 1 - Slide

Woorden in het journaal: 
  1  het spoor                               9 de toekomst
  2  de reiziger                             10 groeien
  3  de vertraging                       11 de zorg
  4 uitvallen                                 12 het onderwijs                        5  de aanrijding                    
  6  treurig                                    
  
 7 de bevolking                            Vertaal deze woorden
 8 dichtbevolkt

Slide 2 - Slide

Programma
  • NOS nieuws in makkelijke taal: de Nederlandse bevolking in 2050.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

De Nederlandse bevolking in 2050.
Woorden in het journaal.
  1. de bevolking            6. het onderwijs
  2. dichtbevolkt
  3. de toekomst
  4. groeien
  5. de zorg                                                          Vertaal deze woorden.

Slide 5 - Slide

Vragen? 

Slide 6 - Slide

14

Slide 7 - Video

00:57
Waarom wachten mensen op de bus?
A
Omdat hun auto kapot is
B
Omdat de trein niet rijdt
C
Omdat de bus te laat is
D
Omdat ze naar school gaan

Slide 8 - Quiz

01:22
Wat betekent 'de gewoonste zaak van de wereld'?
A
Het is heel bijzonder
B
Het is leuk
C
Het is anders
D
Het is normaal

Slide 9 - Quiz

01:29
Meppel en Zwolle zijn ....
A
landen
B
provincies
C
steden
D
dorpen

Slide 10 - Quiz

02:46
Een ander woord voor 'aanrijding' is ...
A
botsing
B
vallen
C
klap
D
stoppen

Slide 11 - Quiz

03:11
Een ander woord voor 'treurig' is ...
A
blij
B
boos
C
leuk
D
verdrietig

Slide 12 - Quiz

03:27
Hoeveel wil de regering betalen?
A
Niets
B
€ 75 miljoen
C
De helft
D
€ 1 miljoen

Slide 13 - Quiz

03:55
Hoe lang duurt het om de problemen op te lossen?
A
2 jaar
B
9 jaar
C
10 jaar
D
1 jaar

Slide 14 - Quiz

04:07
Wat betekent 'dichtstbevolkt'?
A
het rustigst
B
het drukst

Slide 15 - Quiz

04:11
Waarom is het belangrijk om na te denken over de toekomst?
A
Er komen steeds meer mensen bij.
B
Er komen steeds minder mensen bij.

Slide 16 - Quiz

04:52
Hoeveel mensen wonen er in 2050 in Nederland?
A
18 miljoen
B
19.5 miljoen
C
23 miljoen
D
19.5 miljoen maar misschien zelf 23 miljoen

Slide 17 - Quiz

04:59
Waar moeten politici afspraken over maken?
A
over de economie
B
over de groei van het aantal immigranten
C
over de groei van bevolking

Slide 18 - Quiz

05:23
Wat hebben we niet genoeg als de bevolking te snel groeit?
A
woningen
B
leraren
C
verpleegkundigen
D
woningen, leraren en verpleegkundigen

Slide 19 - Quiz

05:49
Waarom kan een te langzame groei van de bevolking problemen opleveren?
A
omdat er dan te weinig mensen in Nederland wonen.
B
omdat we jonge mensen nodig hebben om geld te verdienen.
C
omdat we te veel oude mensen hebben.

Slide 20 - Quiz

06:07
Welke mensen hebben we in Nederland nodig?
A
mensen die werken in de winkels
B
mensen die werken in de zorg
C
mensen die robots maken

Slide 21 - Quiz