Je leert dat een kleur niet altijd hetzelfde er uit ziet
Slide 2 - Slide
Verschillende lichtbronnen
Directe lichtbron: Daar waar het licht vandaan komt
Bijvoorbeeld: een lamp of de zon
Indirecte lichtbron: iets wat licht weerkaatst
Bijvoorbeeld: een reflector of de maan
Slide 3 - Slide
Lichtbronnen
Directe lichtbron geeft zelf licht
Indirecte lichtbron geeft licht door weerkaatsing (bv de maan)
Zie plaatje:
1: indirect licht via weerkaatsing tegen
plafond
2: direct licht vanuit lichtbron
3: indirect licht via weerkaatsing zonlicht
door spiegel
Slide 4 - Slide
Regenboog
Zo'n kleurenband als in de regenboog heet spectrum.
Het spectrum heeft altijd dezelfde volgorde.
Slide 5 - Slide
Regenboog
Een regenboogontstaat
doordat regendruppels
het zonlicht in verschillende
kleuren splitsen
Kleuren van de regenboog:
Rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet
Slide 6 - Slide
Kleurenspectrum: Kleurenband waar alle kleuren v.d. regenboog naast elkaar zijn
Slide 7 - Slide
kleuren zien
Een voorwerp heeft de kleur van het licht dat wordt weerkaatst, zo is een spijkerbroek blauw omdat de broek alleen het blauwe licht weerkaatst. Gras is groen omdat het gras alleen groen licht weerkaatst.
Witte voorwerpen weerkaatsen alle kleuren licht.
Zwarte voorwerpen absorberen alle kleuren licht.
Blauwe voorwerpen weerkaatsen alleen blauw licht.
Groene voorwerpen weerkaatsen alleen groen licht.
Rode voorwerpen weerkaatsen alleen rood licht, etc.
Slide 8 - Slide
Schaduwbeelden maken
Teken de 'randstralen'
Kleur het gebied binnen de lichtstralen in
Slide 9 - Slide
Kernschaduw en halfschaduw
Eén lamp: een duidelijk schaduwbeeld
Twee lampen: twee schaduwbeelden
Kernschaduw: waar beide schaduwen over elkaar vallen
Halfschaduw: hier komt het licht van het ene lampje wel en die van het andere lampje niet