Engels

Engels
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Engels

Slide 1 - Slide

What time is it?
Hoe zat het ook al weer?
Het hele uur is altijd o'clock.
Voorbeeld:
It is ten o'clock.
It is eight o'clock.
It is one o'clock.

Slide 2 - Slide

Vertaal naar het Engels:
Het is drie uur.

Slide 3 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is zeven uur.

Slide 4 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is tien uur.

Slide 5 - Open question

Maak nu oefening A op blz. 65
Je hebt 3 minuten

Slide 6 - Slide

Halve uren
Bij halve uren zeg je altijd PAST en je kijkt naar het uur dat geweest is.
Voorbeeld:
Het is half twee = It is half past one.
Het is half acht = It is half past seven
Het is half vier = It is half past three
Het is half een = It is half past twelve

Slide 7 - Slide

Vertaal naar het Engels:
Het is half vijf.

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is half negen.

Slide 9 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is half twee.

Slide 10 - Open question

Maak nu oefening B op blz. 65
Je hebt vijf minuten

Slide 11 - Slide

Kwartieren
Kwart voor is a quarter to
Kwart over is a quarter past
Voorbeeld:
Het is kwart voor twee = It is a quarter to two
Het is kwart over twee = It is a quarter past two
Het is kwart voor vier = It is a quarter to four
Het is kwart over vier = It is a quarter past four

Slide 12 - Slide

Vertaal naar het Engels:
Het is kwart voor twaalf

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is kwart over twaalf

Slide 14 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is kwart voor negen

Slide 15 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is kwart over negen.

Slide 16 - Open question

Maak nu oefening C op blz. 65.
Je hebt vijf minuten

Slide 17 - Slide

Minuten
De eerste dertig minuten kijk je in het Engels naar het uur dat geweest is. Net zoals in het Nederlands. 18 minuten over 3, 3 minuten over 6.
Voorbeeld:
It is one minute past two.
It is two minutes past two.
It is twenty minutes past one.
TOT It is twenty nine minutes past one. 
Dan krijg je it is half past one.

Slide 18 - Slide

Vanaf het halve uur kijk je in het Engels naar het volgende uur. Net als in het Nederlands: 10 minuten voor 8, 17 minuten voor 5.
Voorbeeld:
It is twenty-nine minutes to three
It is seventeen minutes to two.
Tot It is one minute to three. Dan komt: It is three o'clock.

Slide 19 - Slide

Vertaal naar het Engels:
Het is vijf over half vijf

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is tien minuten voor zeven.

Slide 21 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is vijf voor half zeven.

Slide 22 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is tien minuten over vijf

Slide 23 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is tien voor half 6

Slide 24 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is tien over half 5

Slide 25 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Het is vijf minuten voor drie

Slide 26 - Open question

Zelfstandig werken
Maak nu blz. 66 af.
Klaar? Maak blz. 64
Klaar? 3* werkwoordpaard (30*) en 2* spellingsmol (20*)
Klaar? Junior Einstein weektaak
Klaar? Lentehaas afmaken
Klaar? TaalBlobs
Klaar? Grammaticaklussers 3*
Klaar? Een spelletje

Slide 27 - Slide