Auditieve discriminatie - ui - tweeklanken

• Taal
• ISK

Auditieve discriminatie 

ie    oe    ou    au    ei    ui    eu

tweeklanken

Je ziet er 2 maar je hoort 1.

Tweeklanken

Je ziet er 2 maar je hoort 1

Je ziet er 2 maar je hoort 1.

Doel van de les:

1. verschil horen tussen de tweeklanken

 2. goede uitspraak van de ui-klank

ui

ui

huis	ruit	zuid	zuig
ui	kuit	pruim	huig
kluit	bruis	thuis	snuit
muis	kruis	kluis	uit
stuiter	schuim	huid	bruid
fruit	buis	ruim	ruig

QUIZ!

kies uit eu of ui

Ik woon in een . . . .

1. heus
2. huis

Ik doe de . . . . dicht

1. duir
2. deur

Ik houd van . . . . .

1. fruit
2. freut

De . . . . is heel groot.

1. ruis
2. reus

Blauw is een mooie . . . . .

1. kleur
2. kluir

Deze kleur is . . . . .

1. breun
2. bruin

Ik heb 1 . . . . .

1. euro
2. uiro

Dat antwoord is . . . . .

1. juist
2. jeust

Ik . . . . in het water.

1. deuk
2. duik

Er zit een . . . . in de auto.

1. deuk
2. duik

Ik kook in de . . . .

1. kuiken
2. keuken

In het ei zit een . . . .

1. kuiken
2. keuken

Lees de zin! 

De geur ruikt lekker.

De muis zit in het huis.

Ik vind fruit heel lekker.

Hij speelt op zijn fluit.

Er zit een luis in het haar.

Je ziet er 2 maar je hoort 1.

Doel van de les:

1. verschil horen tussen de tweeklanken

 2. goede uitspraak van de ui-klank

Volgende week: 

de tweeklank 

ei