Leerjaar 2 4.3 lezen K/G

Welkom klas 2!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom klas 2!

Slide 1 - Slide

Laatste periode
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Wat staat er nog op het programma tot de zomervakantie:

- Begrijpend lezen + toets
- Oefenen met grammatica en spelling -> AMN test

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Lezen
  • Lesdoelen
  • Introductie paragraaf 4.3
  • Tekstsoorten samengevat
  • Uitleg beeld en opmaak
  • Uitleg leespubliek 
  • Begripsvragen 
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van deze les heb ik mijn kennis over tekstdoelen herhaalt;
  2. Aan het einde van deze les weet ik wat 'beeld en opmaak' inhoudt;
  3. Aan het einde van deze les weet ik wat 'leespubliek' inhoudt.

Slide 4 - Slide

Even opfrissen
Welke tekstdoelen zijn er? 

Op het wisbordje

Slide 5 - Slide

Even opfrissen
Welke tekstdoelen zijn er? 

Amuseren
Informeren
Activeren
Overtuigen

Slide 6 - Slide

Dit weet je al.
Stel, je krijgt een uitnodiging voor een verjaardagsfeest. Wat is het tekstdoel van de uitnodiging?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 7 - Quiz

Dit weet je al.
Bij welke teksten is informeren het belangrijkste tekstdoel? (Meer antwoorden mogelijk)
A
een formulier om je op te geven voor een sportwedstrijd
B
een leestekst over de middeleeuwen in een schoolboek
C
de spelregels bij een nieuwe game

Slide 8 - Quiz

Bekijk onderstaand plaatje.

Slide 9 - Slide


Wat voor tekst is dit?
A
een krantenbericht
B
een reclameposter
C
een informatiefolder
D
een gedicht

Slide 10 - Quiz


Wat is het belangrijkste tekstdoel
van deze tekst?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 11 - Quiz

Opdracht 2 op blz. 24

Slide 12 - Slide

Tekstsoorten

Slide 13 - Slide

Koppel het tekstdoel aan de tekstsoort
Tekstsoorten
-Betoog

-Leertekst 

-Reclametekst

-Recept

-Strip
Amuseren
Activeren
Instrueren
Informeren
Overtuigen

Slide 14 - Drag question

Bekijk bron 2
Maak opdracht 4

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Beeld en opmaak
Een schrijver plaatst zijn tekst niet zomaar op een bladzijde of website. Hij houdt rekening met beeld en opmaak: de manier waarop de tekst is vormgegeven. Een ander woord voor beeld en opmaak samen = lay-out.

Bijvoorbeeld:
- de verdeling van de tekst over de bladzijde
- de keuze van de soort letters
- de keuze van de kleuren
- de keuze van de plaatjes bij de tekst 

Slide 17 - Slide

Beeld en opmaak
Veel bedrijven hebben een eigen manier van vormgeven. Ze hebben een eigen huisstijl, dat wil zeggen dat ze altijd dezelfde soort letter, kleuren en plaatjes gebruiken. Ze hebben ook een logo, een plaatje waaraan je het bedrijf kunt herkennen.

Het doel is dat een lezer door beeld en opmaak direct weet van welk bedrijf de informatie is.

Slide 18 - Slide

Welke van de vier is GEEN voorbeeld van beeld en opmaak?
A
de keuze van de soort letters
B
de keuze van de kleuren
C
de verdeling van de tekst in alinea's
D
de verdeling van de tekst over de bladzijde

Slide 19 - Quiz

Waar is dit logo van?
A
Duplo
B
Microsoft
C
Google
D
Memory

Slide 20 - Quiz

Welke bedrijven hebben deze logo's?

Slide 21 - Slide

Wat is de bedoeling van een logo?
A
Mooie versiering
B
Laten zien hoe goed iemand kan tekenen
C
Een plaatje waaraan je het bedrijf kunt herkennen
D
Heeft geen bedoeling

Slide 22 - Quiz

Wie herkent deze vormgeving/ lay-out?

Slide 23 - Slide

Pak blz 28 erbij
Bekijk de advertentie van bron 3
Maak opdracht 6

Slide 24 - Slide

Leespubliek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaalde groep lezers. Die noem je het leespubliek.

Hoe kom je te weten voor welk leespubliek een tekst is bedoeld? Let dan hierop:
• het soort plaatjes;
• de bron;
• het taalgebruik;
• het onderwerp;
• hoe de lezer wordt aangesproken: met u of jij.

Slide 25 - Slide

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
National Geographic Junior
geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
hardlopers
D
mensen die houden van tuinieren

Slide 26 - Quiz

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
Girlz!
geschreven?
A
dierenliefhebbers
B
vrouwen
C
tienermeisjes
D
hardlopers

Slide 27 - Quiz

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
Libelle
geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
mensen die insecten houden
D
oude mannen

Slide 28 - Quiz

Zelfstandig werken
Lezen instructie leespubliek op blz 29 + 30
Maken opdracht 8

Slide 29 - Slide

4.3 les 2
- lezen
- herhalen tekstsoorten (vragen)
- Verkennend lezen tekst 4 + maken opdracht 9 t/m 11 (samen)
- Instructie kernzin + maken opdr 12
- Zelfstandig werken 13 t/m 16

Slide 30 - Slide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van deze les heb ik mijn kennis over tekstdoelen herhaalt;
  2. Aan het einde van deze les weet ik wat 'beeld en opmaak' inhoudt;
  3. Aan het einde van deze les weet ik wat 'leespubliek' inhoudt.

Slide 31 - Slide

Welke tekstsoort heeft als doel om de lezer te vermaken?
A
Een verhaal
B
Een betoog
C
Een uiteenzetting
D
Een instructie

Slide 32 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als doel om de lezer te overtuigen?
A
Een beschouwing
B
Een uiteenzetting
C
Een betoog
D
Een column

Slide 33 - Quiz

Waar denk je aan bij 'tekst en opmaak'?

Slide 34 - Mind map

Hoe kom je te weten voor welk leespubliek een tekst bedoeld is?

Slide 35 - Open question

Einde van de les

Slide 36 - Slide