Genotmiddelen

Burgerschap


Genotmiddelen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Burgerschap


Genotmiddelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen? 
  1. Terugblik vorige les 
  2. De lesdoelen
  3. Genotmiddelen
  4. Experimenteren + filmfragment
  5. Opdracht
  6. Energizer 'Wie is het'
  7. Lachgas
  8. Verslaafd
  9. Hulp
  10. Evaluatie lesdoelen 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De vorige les

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
1. Ik weet het verschil tussen stimulerende middelen, hallucinerende middelen en verdovende middelen. 
2. Ik kan vertellen wat de gevolgen zijn als je experimenteert met alcohol. 
3. Ik weet wat verslaving geestelijk en lichamelijk doet.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke genotmiddelen(verslavingen) ken je?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Genotmiddelen
Drie groepen:
1. Stimulerende middelen

2. Hallucinogene middelen

3. Verdovende middelen

Slide 7 - Slide

Maak 7.19 en 7.20
Experimenteren

Slide 8 - Slide

https://youtu.be/fjtLFkLF_V4

Opdracht (+/-20 minuten)
De klas wordt verdeeld in vier groepen. 
Groep 1: cannabis (Marihuana, hasj)
Groep 2: alcohol 
Groep 3: XTC
Groep 4: inhaleringsmiddelen

Je gaat als groep de volgende vragen beantwoorden 
1. Zoek minimaal  drie andere namen voor het genotmiddel (mag ook straattaal zijn).
2. Wat zijn de nadelen op korte termijn bij gebruik van dit genotmiddel?
3. Wat zijn de nadelen op lange termijn bij gebruik van dit genotmiddel?

Slide 9 - Slide

https://www.geendrugs-welleven.nl/drugfacts/drugs/why-do-people-take-drugs.html

Daarna klikken naar: blader door het boekje 
Energizer: Wie is het?
1 student- (spelleider) komt voor in de klas staan. Deze student neemt 1 persoon uit de klas in gedachten. 

Iedereen uit de klas gaat staan. Om de beurt stelt iemand uit de klas een vraag aan de spelleider om er achter te komen wie de spelleider in gedachten heeft.


Slide 10 - Slide

1 student staat voor de klas en neemt een medestudent in gedachten. De overige studenten moeten raden door kenmerken op te noemen wie het is. Bijvoorbeeld: Heeft hij/zij een bril? Antwoord: Nee
Dan mag iedereen met een bril gaan zitten. Antwoord: Ja. Dan mag iedereen zonder bril gaan zitten. Vervolgens komt de volgende vraag.
Hoeveel vragen heeft de klas nodig om achter de persoon te komen
die de spelleider in gedachten heeft.
Variant: Laat een leerling voor in de klas staan en iemand in
gedachten houden.
Lachgas  

Slide 11 - Slide

Wie heeft weleens lachgas gebruikt? 

Naar de link: 
https://youtu.be/J08QXS8IW60

Maken: 7.22
Verslaafd: 
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd: 
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hulp zoeken bij......
  • jellinek.nl
  • tactus.nl
  • novadic-kentron.nl
  • brijder.nl
  • minderdrinken.nl
  • cannabisdebaas.nl
  • cannabisenik.nl
  • ask-terwille.nl

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie lesdoelen 
1. Ik weet het verschil tussen stimulerende middelen, hallucinerende middelen en verdovende middelen. 
2. Ik kan vertellen wat de gevolgen zijn als je experimenteert met alcohol. 
3. Ik weet wat verslaving geestelijk en lichamelijk doet.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Geef de les een tip en een top.

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Einde les 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions