NaSk1 jaar 3 - Les 23: Elektriciteit (3.2)

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek!!!

Pak je huiswerk 




Startopdracht:
Teken het schakelschema van dit plaatje



1 / 22
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek!!!

Pak je huiswerk 




Startopdracht:
Teken het schakelschema van dit plaatje



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 2 - Slide

Nu absenties
Planning
  • Lesdoelen
  • Huiswerk nakijken
  • Hoofdstuk 3: Elektriciteit in huis
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • KAHOOT???
  • Afsluiting


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Wat zijn geleiders en isolatoren?
  • Wat is elektrische weerstand?
  • Hoe meet je weerstand?
  • Wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand?
  • Waarvoor gebruik je weerstanden?
  • Wat is de weerstand in een schakeling?
































Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H3 Elektriciteit in huis - 3.1 Stroom en Schakelen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

elektrische weerstand
Weerstand bepaalt hoe makkelijk stroom ergens door heen gaat. 

Hoe groter de weerstand hoe moeilijker de stroom er door heen kan. 

Geleider heeft kleine weerstand, isolator een grote weerstand. 

Weerstand meet je met een multimeter
Weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Weerstand meten
Weerstand meten doen we met een multimeter
Spanning en stroomsterkte kun je ook meten met een multimeter

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bespreken huiswerk
- opdracht 4 t/m 13
- Pagina 103

nabespreken practicum

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. 
Dit noemen we een isolator. 

In een isolator kan de stroom niet stromen. 

Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  

Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. 

De grijze vulling van je potlood is van grafiet gemaakt. Grafiet geleidt elektriciteit ook erg goed.

Geleiders laten elektriciteit goed door

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Weerstand
Allerlei stoffen zoals in de afbeelding laten stroom maar een beetje door. 

Deze stoffen worden weerstanden genoemd.

Hoe gemakkelijk de stroom door de draad kan stromen wordt de  elektrische weerstand genoemd.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de stroom door een materiaal heen beweegt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een tosti-apparaat heeft een stroomsterkte van 6,5 A. de spanning is 230V. Bereken de weerstand van het tosti apparaat. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • I = 6,5 A          U = 230 V
  • Weerstand (R)  
  •  R = U : I 
  •  R = 230 : 6,5 = 35,5 
  •  De weerstand is 35,5 Ω

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

tips berekeningen
let goed op eenheden: Staan spanning en Stroomsterkte allebei in dezelfde grootte ( beide normaal (1V en 1A) of beide in milli (1 mV  en 1 mA)

Weerstand: R = U : I 
spanning: U = R x I 
Stroomsterkte: I = U : R 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Totale weerstand serieschakeling

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Weerstanden als componenten
Je leest als volgt de weerstand af:

  1. de eerste twee ringen bepalen het getal
  2. de derde ring is de vermenigvuldigingsfactor (hoeveel nullen achter het getal komen)
  3. de vierde ring geeft de tolerantie van de weerstand aan (de onnauwkeurigheid)


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

  • De eerste twee ringen zijn bruin en groen. Bruin is 1 en groen is 5: het getal is 15.
  • De derde ring is rood: vermenigvuldig met 100. De weerstand is dus .
  • De vierde ring is rood: de tolerantie is 2%, dat is 30 Ω, dus 1500 plus of min 30 Ω. De weerstand ligt tussen 1470 Ω en 1530 Ω.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 17, 18, 19, 20, 22, 24, 25, 26, 27
- Pagina 105

- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk





timer
10:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

  • Wat is nodig voor een elektrische stroom? ✔
  • Hoelang gaat een batterij mee? ✔
  • Wanneer loopt er een elektrische stroom? ✔
  • Hoe teken je een schakelschema? ✔
  • Wat is een serieschakeling? ✔

Slide 22 - Slide

This item has no instructions