This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin?
Men wil graag een tweede stoplicht plaatsen.
A
Men
B
graag
C
tweede
D
plaatsen
Slide 1 - Quiz
Wat is het telwoord in deze zin?
Tijdens de spannende wedstrijd scoorde de voetballer in de negentigste minuut het winnende doelpunt!
A
spannende
B
voetballer
C
negentigste
D
winnende
Slide 2 - Quiz
Wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin?
Na het kampeerweekend was iedereen uitgeput.
A
Na
B
kampeerweekend
C
was
D
iedereen
Slide 3 - Quiz
Wat is het telwoord in deze zin?
De leerlingen hebben weinig huiswerk gekregen deze week.
A
leerlingen
B
weinig
C
huiswerk
D
deze
Slide 4 - Quiz
Wat is het verschil tussen een hoofdtelwoord en een rangtelwoord?
Slide 5 - Open question
3 h1 woordsoorten
Feedback schrijfopdracht/ opdracht inzien
Een gedicht!
Terugblik onbepaald voornaamwoord
Uitleg wederkerig en wederkerend voornaamwoord
Recensieopdracht beschikbaar op papier
Oefenen
Slide 6 - Slide
Algemene feedback
Dank voor jullie creativiteit! Hoe vonden jullie de opdracht?
Een flashback moet de tijdlijn echt doorbreken. (meer dan een vertelde herinnering)
Let op dat je geen verleden tijd en tegenwoordige tijd door elkaar gebruikt. (Ik liep over straat en zie een hond.)
Let op dat je onderwerp en werkwoord (mv/ev) bij elkaar passen. (De mannen werkte hard op het land.)
Wees kritischer op zinsbouw en uitdrukkingen bij jezelf en elkaar. Lees aan elkaar voor wat je hebt geschreven.
Slide 7 - Slide
Ik weet niet
of er woorden bestaan
die de geur van je huid
kunnen vangen, het beweeglijke
licht in je ogen, de warmte
die in me
opspringt zodra
je me aanraakt, het rulle
gevoel van je haar
aan mijn vingertoppen,
de bloemblaadjestere huid
van je oogleden tegen
mijn lippen.
Als daar woorden voor waren,
kon ik allessnel
vastleggen op papier
voor als je er niet bent
(en dat is dikwijls). -Hanny Michaelis-
Slide 8 - Slide
Terugblik onbepaald voornaamwoord
Duidt een persoons of zaak aan, maar zegt
niet precies wie of wat.
Slide 9 - Slide
Terugblik onbepaald voornaamwoord
Duidt een persoons of zaak aan, maar zegt
niet precies wie of wat.
Heb je wat over voor het goede doel?
Slide 10 - Slide
Terugblik onbepaald voornaamwoord
Duidt een persoons of zaak aan, maar zegt
niet precies wie of wat.
Heb je wat over voor het goede doel? (onbepaald voornaamwoord wat= iets)
Wat heb je over voor het goede doel?
vragen voornaamwoord
Slide 11 - Slide
Hoe zat het ook alweer? Drie lastige gevallen
je = onbep.vnw als het men betekent
wat = onbep.vnw als het iets betekent
het = onbep.vnw als het tijd, sfeer of weer aangeeft
Slide 12 - Slide
Drie lastige gevallen
je = onbep.vnw als het men betekent
wat = onbep.vnw als het iets betekent
het = onbep.vnw als het tijd, sfeer of weer aangeeft.
1. Dit kruispunt is gevaarlijk, je moet hier goed uitkijken!
2. Ik heb wat meegenomen voor bij de koffie.
3. Het wordt al laat. Ik ga naar huis. Volgens de app gaat het zo regenen.
Slide 13 - Slide
Wederkerig voornaamwoord en wederkerend voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord?
Wederkerend voornaamwoord?
Slide 14 - Slide
Wederkerig voornaamwoord en wederkerend voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord: Daarvan hebben we er maar één: 'elkaar' (of elkander/ mekaar)
Wederkerend voornaamwoord (hoort bij wederkerend ww): Als een werkwoord terugverwijst naar het onderwerp: Ik vergis me, hij realiseert zich, jullie scheren je. Wij schamen ons etc.
Slide 15 - Slide
Oefenen
H2 Grammatica woordsoorten blz. 64, 65
Maak opdr. 3 (bij het gedicht), opdracht 4 en 5 (online planning 4)
- Recensieopdracht en boekenlijst al doorgelezen? Zo niet> kijk in teams. Opdracht nu ook op papier.
- Al een boek gekozen? Hoe en waar ga je zoeken? Geef uiterlijk vrijdag je boektitel op in het bestandje in teams!
Slide 16 - Slide
Deadline boekopdracht (recensie)
- Kies eerst een boek en begin met lezen (uiterlijk aanstaande vrijdag je titel doorgeven in teams)