les 7 : Persoonlijkheids- en morele ontwikkeling bij peuters en kleuters

1 / 21
next
Slide 1: Link
OrthopedagogiekSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Link

Vorige les hebben we een mindmap gemaakt over de denkontwikkeling van de peuter en de kleuter. Ik heb hierover een quiz om te zien wat jullie er van onthouden hebben.
les 7 - 8 : Persoonlijkheidsontwikkeling bij peuters en kleuters

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelstellingen
-De leerlingen kunnen de persoonlijkheidsontwikkeling van de peuter en kleuter toelichten. 
-De leerlingen kunnen de kenmerken benoemen van de koppigheidsfase of peuterpuberteit. 
-De leerlingen kunnen het conflict autonomie versus schaamte en twijfel uitleggen in de peuterfase volgens Erikson.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelstellingen
-De leerlingen kunnen het conflict initiatief versus schuldgevoel uitleggen in de kleuterfase volgens Erikson.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Filmpje
-Het kind heeft een eigen willetje.

-De peuter wordt zelfstandiger. Het kind vindt het fijn om zelf --dingen te ontdekken of te doen.
-De peuter zoekt grenzen op.
-Het kind kan nog niet goed vertellen wat het denkt en voelt en daardoor ontstaan frustraties en driftbuien.
-Het ene moment is de peuter tevreden en het andere moment niet



Slide 6 - Slide

genoteerd op pag 51
Thema 4


De persoonlijkheids- en morele ontwikkeling van de peuter en kleuter

Slide 7 - Slide

LKR: Wat bedoelen we met persoonlijkheidsontwikkeling?

LL: Ze ontwikkelen hun eigen 
karaktereigenschappen, zelfbewustzijn

LKR: Wat bedoelen we met morele ontwikkeling?

Ontwikkeling van goed en kwaad.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De peuterpuberteit of de koppigheidsfase is een belangrijke fase in de persoonlijkheidsontwikkeling van een peuter.
Kenmerken van de peuterpuberteit of de koppigheidsfase

- Een peuter leert dat hij een eigen persoon is, los van zijn opvoeders.
- De peuter gaat zichzelf overschatten. In het begin heeft hij het idee alles aan te kunnen.
-  Peuters zijn optimistisch omdat ze zich in hun kunnen nog niet vergelijken met anderen.

Slide 9 - Slide

kenmerken invullen op schema
Kenmerken van de persoonlijkheidsontwikkeling van de peuter
- Een peuter is egocentrisch
- Een peuter ontwikkelt zelfbewustzijn. 
- Een peuter heeft een eigen wil, hier en nu
- Een peuter verzet zich tegen opvoeders, het tegengestelde doen
 

Slide 10 - Slide

kenmerken in schema noteren


Egocentrisme: De peuter is vooral met zz bezig. Het bekijkt in deze fase alles vanuit het eigen standpunt. Hij is gefocust op zijn of haar eigen behoeften en verlangens - VB: speelgoed afnemen - het onvermogen om zich te verplaatsen in de ander.

Zelfbewustzijn: De peuter beseft dat hij een zelfstandig persoon is die losstaat van zijn opvoeders en zijn omgeving. Het zelfbewustzijn krijgt vorm. 
Vb: Het kind wil niet dat dingen voor hem worden gedaan. Het wil het zelfstandig doen.

Eigen wil: - Een kind van twee jaar wordt zich bewust van zijn eigen wil. ‘Ik’ en ‘neen’ zijn woorden die het in deze periode vaak gebruikt. Het komt op voor wat het zelf wil. De peuter maakt dit duidelijk via koppigheid en krijgt soms last van driftbuien. Het kind wil dat zaken hier en nu gebeuren.

- Een peuter lijkt plezier te beleven door het tegenovergestelde te doen van wat de opvoeders van hem verlangen.
Kenmerken van de persoonlijkheidsontwikkeling van een kleuter
- Een kleuter toont empathie
- Een kleuter heeft meer zelfkennis
- Een kleuter ziet meer verschillen tussen zichzelf en de ander.
- Een kleuter heeft een positief taakbewustzijn. 


Slide 11 - Slide

Kenmerken in schema noteren

Kenmerken van de persoonlijkheidsontwikkeling van een kleuter:
- Een kleuter heeft het vermogen om de emoties van de ander te begrijpen. Een kleuter toont empathie.
- Een kleuter wordt zich nog meer bewust van zichzelf. Het kind kent min of meer zijn eigen sterktes en zwaktes. Een kleuter heeft meer zelfkennis.
- Een kleuter ziet meer verschillen tussen zichzelf en de ander.
- Een kleuter stelt doelen voorop en streeft ernaar om die doelen te bereiken. We spreken van ‘positief taakbewustzijn’.

Slide 12 - Link

Oef C p 52
timer
3:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eric Erikson...
zegt dat de identiteit van
de mens zich ontwikkelt in acht verschillende fasen
, met telkens
een conflict dat  ze zelf moet oplossen. Ook in de peuter-
en kleutertijd wordt een kind geconfronteerd met belangrijke
conflicten die het moet oplossen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Peuter : Anaal - musculaire fase
In dit stadium leert het kind zijn spierstelsel zodanig beheersen, dat de zindelijkheidstraining mogelijk wordt en met succes verloopt. Het kind leert niet alleen de anale spieren, maar het
gehele spierstelsel hanteren.

Conflict dat daarmee verbonden is ....

Slide 15 - Slide

Meer bewegen, zelfstandig op het potje, zelfbewustzijn, zelfstandigheid

Slide 16 - Slide

In de babyperiode worden kinderen geconfronteerd met het conflict ‘vertrouwen versus
wantrouwen’. Ook in de peuter- en kleutertijd worden kinderen geconfronteerd met
belangrijke conflicten die ze moeten oplossen. In de peuterfase gaat het conflict over autonomie/zelfstandigheid tegenover schaamte/
twijfel.

Peuter: autonomie/zelfstandigheid versus schaamte/twijfel
Een peuter wil graag dingen zelf doen, maar dat lukt nog niet altijd of niet van de eerste keer. Hij wil dingen zelf wil uitproberen.

                                              Belangrijk dat hij ruimte en het vertrouwen krijgt.
 


Krijgt het kind dat niet (overbescherming, of lachen met een mislukking) dan gaat het kind aan zichzelf en zijn mogelijkheden twijfelen en zich schamen voor de mislukking.

Slide 17 - Slide

 Als het kind dingen zelf wil uitproberen, is het belangrijk dat het daarvoor de ruimte
en het vertrouwen krijgt. Krijgt het kind dat niet door overbescherming, of wordt er
met een mislukking gelachen, dan gaat het kind aan zichzelf en zijn mogelijkheden
twijfelen en zich schamen voor de mislukking. Het kind trekt zich terug.
Kleuter : locomotorisch - genitale fase
Dit is de tijd waarin het kind voortdurend aan het experimenteren is met eigen motorische en psychische vaardigheden, het stapt op de dingen af en probeert ze naar eigen hand te zetten. Het natuurlijk object van aandacht is, de ouder van de andere sekse.

Conflict dat daarmee verbonden is ....

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kleuter: initiatief versus schuld.
De kleuter gaat zelf doelen stellen en daar naar toe werken.



                     Belangrijk is dat de kleuter wordt gestimuleerd in zijn initiatief, zo krijgt vertrouwen en gaat hij meer ondernemen.


Als initiatief wordt onderdrukt of er weinig veiligheid of structuur is, dan kan de kleuter zich schuldig gaan voelen of faalangst ervaren.

Slide 19 - Slide

 De kleuter gaat zelf doelen stellen en daar naartoe werken.
 Als het kind gestimuleerd wordt in zijn initiatief, krijgt het vertrouwen om meer
dingen te ondernemen.
 Wordt zijn zin voor initiatief onderdrukt, of wordt er te weinig veiligheid en structuur
geboden, dan kan het kind zich schuldig gaan voelen en ervaart de kleuter faalangst.
Peuter
Kleuter
Ik kan me steeds beter inleven in anderen.
Ik wil graag alles zelf doen.
Ik ontdek dat ik een eigen wil heb en soms krijg ik een driftbui.
Ik leer het verschil tussen goed en kwaad.
Ik gehoorzaam om geen straf te krijgen en hoop op een beloning
Ik ontwikkel zelfbewustzijn
Eigen ik staat centraal. Ik bekijk alles vanuit mijn standpunt.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Casus p 54 maken

Slide 21 - Slide

This item has no instructions