week 4, les 2
1 / 35
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
IK KEN AL
de getalle tot en met 100 opnemen
de getalle tot en met 100 opnemen
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 4 - Poll
IK KEN AL
het onregelmatige werkwoord ser (zijn) vervoegen
het onregelmatige werkwoord ser (zijn) vervoegen
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 5 - Poll
IK KEN AL
het onregelmatige werkwoord tener (hebben) vervoegen
het onregelmatige werkwoord tener (hebben) vervoegen
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 6 - Poll
IK KEN AL
he bijvoeglijk naamwoord gebruiken
he bijvoeglijk naamwoord gebruiken
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
1
In welk deel van Spanje ligt Navarra?
In welk deel van Spanje ligt Navarra?
A
Norte
B
Sur
C
Este
D
Oeste
Slide 10 - Quiz
1
Aan welke Spaanse comunidades grenst Navarra? Noem er drie.
Aan welke Spaanse comunidades grenst Navarra? Noem er drie.
A
País Vasco
B
Aragón
C
La Rioja
D
Cantabria
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
In welke twee landen liggen de Pyreneeën?
A
Italia y Francia
B
España y Portugal
C
Navarra y Francia
D
España y Francia
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
SI
NO
A
B
C
D
E
F
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Slide
Hij/zij heeft honger.
Hij/zij weet waar de kantine is.
vindt de leraren aardig.
houdt van voetballen met vrienden.
vindt het eten in de kantine heel lekker.
Slide 19 - Drag question
Slide 20 - Slide
Optie 1
Optie 2
1
2
3
Slide 21 - Drag question
Slide 22 - Slide
ESTEBAN
FLOR
1
2
3
4
Slide 23 - Drag question
PLATO 1
PLATO 2
Flor
Esteban
Slide 24 - Drag question
deberes
buena
la escuela
comedor
geografía
comer
Slide 25 - Drag question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
al lado de
tomar
sigue todo recto
enfrente
a la izquierda
a la derecha
delante
links
tegenover
rechts
ga rechtdoor
nemen
naast
voor
Slide 30 - Drag question
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
schrijf in het Spaans woorden om de weg aan te wijzen
