Telefoongesprek

Zakelijk Telefoongesprek
Hoe voer ik een telefoongesprek met 
mijn (toekomstige) stage bedrijf?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zakelijk Telefoongesprek
Hoe voer ik een telefoongesprek met 
mijn (toekomstige) stage bedrijf?

Slide 1 - Slide

BELLEN IS ECHT NIET MEER VAN DEZE TIJD...?
WAAR
NIET WAAR

Slide 2 - Poll

Ben je wel eens 1 dag zonder telefoon/ mobiel?
A
JA
B
NEE, ECHT NIET
C
TROUWENS... LIJKT ME WEL WAT
D
IK GA HET MORGEN PROBEREN :)

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Hoe vaak bellen jullie zelf nog?
- Afgelopen week?
- Formeel/ informeel?

Slide 5 - Slide

JE BENT OP ZOEK NAAR EEN STAGE PLEK, WAT DOE JE?
A
BELLEN
B
WHATSAPPEN
C
MAILEN
D
IK GA BIJ ZE LANGS

Slide 6 - Quiz

WAT MOET JE OP VOORAF WETEN, WANNEER JE GAAT BELLEN NAAR EEN (POTENTIEEL) STAGE BEDRIJF OF WERK...

SCHRIJF OP EEN BLAADJE WAT JE KAN DOEN ALS VOORBEREIDING VOOR EEN TELEFOONGESPREK?

Slide 7 - Open question

Voorbereiding

  • Wat is het doel om iemand te bellen?
  • Aan wie ga je wat vragen? (heb je bijv. voor die tijd op de website gekeken?)
  • Wat ga je vertellen?
  • Hoe ga dat vragen?
  • Wat voor informatie heb je tijdens het gesprek nodig?
  • Welke informatie heb jij nodig van het bedrijf?


 



Opening



Begroeten, naam en de naam van school
noemen.



Vraag naar de juiste persoon



Vertellen waarom je belt



Slide 8 - Slide

Tips
  • Stemgebruik
  • Let op: Je tempo, volume en intonatie
  • Woordkeus aan de telefoon:
  • Correct Nederlands 
  • Spreek in de tegenwoordige tijd.
  • Gebruik geen verkleinwoorden.
  • Wees behulpzaam.


Slide 9 - Slide

Waar of niet waar?
Je hoeft niet te zeggen waarom je belt als de ander heeft opgenomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz


Als ik iemand bel, wie bepaalt dan waar we over praten?
A
Ik bepaal, want ik heb gebeld.
B
Ik wacht tot de ander begint te vertellen.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Een telefoongesprek
  1. Maak in groepjes van drie een lijst van do's en don'ts 
  2. 3. Bedenk een voorbeeld bij een heel goed telefoongesprek om te informeren naar een vacature.
  3. Bedenk een scenario bij het aller slechtste telefoongesprek 

Slide 13 - Slide

Voorbereiding
  • Wat is het doel van het telefoongesprek?
  • Wat is het telefoonnummer?
  • Wat ga je vertellen?
  • Aan wie ga je wat vragen?
  • Hoe ga je dat vragen?
  • Wat voor informatie heb je nodig tijdens je telefoongesprek?
  • Welke informatie heb jij nog nodig van het bedrijf?

Slide 14 - Slide

Zakelijke telefoongesprek
In een werksituatie heb je vaak telefonisch contact met klanten, collega’s of leidinggevenden. Dat zijn zakelijke telefoongesprekken.
In een zakelijke telefoongesprek spreek je duidelijk en gebruik je formele taal als u en meneer of mevrouw. Luister tijdens zo’n telefoongesprek extra goed. Omdat je elkaar niet ziet, moet je het zonder de non-verbale informatie doen.

Slide 15 - Slide

Een zakelijk telefoongesprek open je met zinnen als:
- Goedemorgen / Goedemiddag
- U spreekt met…
- Komt het gelegen dat ik u even bel?

Slide 16 - Slide

Bij de afsluiting van het gesprek gebruik je de volgende zinnen:
- Hartelijk dank voor het gesprek
- Nog een prettige dag verder

Slide 17 - Slide

Andere standaardzinnen:
- Hebt u een ogenblik?
- Ik zal het even navragen
- Hebt u nog meer vragen?
- Kan ik verder nog iets voor u doen?

Slide 18 - Slide

voorbereiden
Een zakelijk telefoongesprek moet je voorbereiden. Bedenk bijv. van tevoren welke vragen je wilt stellen. Leg zo nodig alle informatie klaar die gevraagd kan worden, zoals een e-mail, een ordernummer of bestelgegevens. 

Slide 19 - Slide

voorbereiden
Maak tijdens het gesprek aantekeningen of schrijf direct na het bellen de belangrijkste informatie op. Noteer in elk geval:
- Naam van diegene met wie je gesproken hebt
- Functie van diegene met wie je gesproken hebt
- De zaken die besproken zijn

Slide 20 - Slide

Een zakelijk telefoongesprek voer je met iemand die je ...
A
persoonlijk kent.
B
niet persoonlijk kent.

Slide 21 - Quiz

De volgorde bij een zakelijk telefoongesprek
A
begroeting - naam van het bedrijf - dan eigen naam
B
eigen naam - begroeting - naam bedrijf
C
begroeting - eigen naam - naam van het bedrijf
D
dat maakt niet uit

Slide 22 - Quiz

Je begint een zakelijk telefoongesprek met:
A
Hoi met ...
B
Goedemorgen/goedemiddag u spreekt met ...
C
Hallo met ...
D
Hallootjes, u spreekt met ...

Slide 23 - Quiz

Als je jezelf in een zakelijk telefoongesprek voorstelt, dan doe je dat:
A
alleen met je voornaam
B
met een schuilnaam
C
met je voornaam en je achternaam
D
met je voornaam, achternaam en organisatie

Slide 24 - Quiz

Wat leg je altijd vast als je een zakelijk telefoongesprek voert?
A
Wie er heeft gebeld.
B
Het hele gesprek.
C
De plaats waaruit de beller belt.

Slide 25 - Quiz

Dit past in een zakelijk telefoongesprek:
A
Komt het gelegen dat ik u bel?
B
Hebt u een ogenblik?
C
Ik zal het even navragen.
D
Dat weet ik niet.

Slide 26 - Quiz


Wat hoort niet bij een zakelijk telefoongesprek?
A
Een vaste opbouw
B
Non-verbale communicatie
C
Afstand tussen jou en degene die je spreekt
D
Formele taal

Slide 27 - Quiz

Een zakelijk telefoongesprek is een voorbeeld van:
A
Informeel gesprek
B
Formeel gesprek

Slide 28 - Quiz

Voordat ik ophang bij een professioneel zakelijk telefoongesprek is het belangrijk dat...
A
Ik de boodschap herhaal/samenvat
B
Vraag wat ik kan betekenen
C
De naam noteer
D
De klant begroet

Slide 29 - Quiz

Oefenen
Op de volgende dia vind je een casus. Voer in tweetallen een telefoongesprek aan de hand van deze casus. Een ander tweetal beoordeelt dit gesprek met behulp van het beoordelingsformulier

Slide 30 - Slide

Oefenen
Je zag op de website van festival Hongerige wolf dat ze voor 22, 23 en 24 juli nog vrijwilligers zoeken. Er worden verschillende functies genoemd die je leuk lijken, maar het liefst sta je achter de bar of de kassa. Omdat je geen ervaring hebt, bel je met Hans Hennedonk om te vragen of dat een probleem is. Ook wil je weten hoe het zit met eten, drinken en overnachten

Slide 31 - Slide