Hoofdstuk 5 - Begrijpend lezen

Hoofdstuk 5
Mening - argumenten - conclusie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
Mening - argumenten - conclusie

Slide 1 - Slide

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. Zowel die in Lesson-Up als in je boek. Als je vragen hebt, dan kun je die via Teams of in de klas aan mij stellen.
In dit hoofdstuk zit ook enkele herhaling uit de 
vorige.


Slide 2 - Slide

Legenda
  • Theorie 
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Extra uitdaging
  • Herhaling
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Signaalwoorden voor een mening:
- Ik vind (hij vindt, zij vindt, wij vinden etc.)
- Ik denk (hij denkt, zij denkt, wij denken etc.)
- Volgens mij (volgens hem, volgens haar, volgens ons etc.)
- Naar mijn mening

* De mening van de schrijver start vaak al in de inleiding

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden voor een argument:
- want
- omdat
- namelijk
- immers

* Argumenten vind je meestal in het middenstuk

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden voor een conclusie:
- dus
- concluderend dat
- dat betekent
- Tot slot

* De conclusie vind je meestal in de laatste alinea


Slide 7 - Slide

Wat vind jij van het feit dat er geen eten te koop is op school. Vertel je mening en gebruik een argument waarom je dit vindt.

Slide 8 - Open question

Kijk nog eens naar je antwoord op slide 8. Welk signaalwoord voor je argument heb je gebruikt?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 116 opdracht 1.
Maak hiervan alle vragen.
Als je het klaar hebt, laat je het door mij nakijken.

Slide 11 - Slide

Maak de zin af:

Sommige alinea's hebben met elkaar te maken. Dat noem je een.....

Slide 12 - Open question

Maak de zin af:

Het soort tekstverband kan je bepalen door te letten op de ........

Slide 13 - Open question

Sleep de signaalwoorden naar de juiste vakken van het bijbehorende tekstverband.
Opsomming
Tegenstelling
Echter
Ten derde
en
hoewel
daarentegen
ook nog
tegenover
verder

Slide 14 - Drag question

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
ten slotte
tegenover
neem nou
verder
om te beginnen
onder andere
daardoor
hoewel
denk aan
waardoor

Slide 15 - Drag question

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 119 opdracht 2.
Maak hiervan alle vragen.
Als je het klaar hebt, laat je het door mij nakijken.

Slide 16 - Slide

Leespauze
timer
15:00
Pak een leesboek uit de kast en ga 15 minuten lezen.
Je kan de timer hiervoor gebruiken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 120 opdracht 4.
Maak hiervan alle vragen.
Als je het klaar hebt, laat je het door mij nakijken.

Slide 20 - Slide

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 121 opdracht 5.
Maak hiervan alle vragen.
Als je het klaar hebt, laat je het door mij nakijken.

Slide 21 - Slide

Instructie
De volgende vragen gaan over de tekst op bladzijde 129 en 130 in je boek. 'Snot als gezonde snack'.

Slide 22 - Slide

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat in alinea 1?

Slide 23 - Open question

Welk signaalwoord voor conclusie staat in alinea 3?

Slide 24 - Open question

Welk signaalwoord voor argument staat in alinea 3?

Slide 25 - Open question

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat in alinea 4?

Slide 26 - Open question

De tekst eindigt met een:
A
argument
B
conclusie
C
mening

Slide 27 - Quiz

Opdracht
De stelling is: School moet weer eten verkopen in de kantine.
Schrijf een kort stukje van minimaal 3 alinea's waarin je vertelt of je het hier wel of niet mee eens bent.
Geef 2 argumenten voor of tegen de stelling en sluit jouw artikel af met een korte conclusie.
Als je klaar bent, laat je je werk aan mij zien.

Slide 28 - Slide

Zoek op internet een artikel met een overtuigende tekst. Dus een tekst waarin iemand duidelijk een mening heeft. Maak een screenshot en upload deze hier.

Slide 29 - Open question

Je hebt nu 3 hoofdstukken over verbanden en signaalwoorden gehad. Hoe is dat gegaan? Hoe ging het zelfstandige werken. Schrijf een uitgebreid antwoord. Wat was makkelijk en wat vond je lastig?

Slide 30 - Open question

Einde hoofdstuk 5.

Slide 31 - Slide