3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen

3.1 + 3.2 Negatieve getallen vermenigvuldigen + delen 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.1 + 3.2 Negatieve getallen vermenigvuldigen + delen 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Een positief met een negatief getal kunnen vermenigvuldigen.
- De regels voor het vermenigvuldigen van negatieve getallen weten en kunnen gebruiken
- Een positief met een negatief getal kunnen delen
- De regels voor het delen van negatieve getallen weten en kunnen gebruiken

Slide 2 - Slide

Programma
- Voorkennis Negatieve getallen
- Theorie-uitleg 3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen
- Theorie-uitleg 3.2 Negatieve getallen delen
- Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Slide

Voorkennis Negatieve getallen
- <, > en =
- Negatieve getallen optellen
- Negatieve getallen aftrekken
- Tegengestelde getal

Slide 4 - Slide

Bereken
-4 - 9 =
A
5
B
-5
C
-13
D
13

Slide 5 - Quiz

Bereken
57 - 62
A
5
B
-5
C
119
D
-119

Slide 6 - Quiz

Bereken
-21 +- 21

Slide 7 - Open question

Bereken
-15 - (4 - 16)

Slide 8 - Open question

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen

Slide 9 - Slide

7 • -4 =
A
-28
B
28

Slide 10 - Quiz

Vermenigvuldigen
  • Je weet: 4 + 4 + 4 = 3 • 4 = 12
  • Daarom mag je ook zeggen: -4 + -4 + -4 = 3 • -4 = -12
  • Voor het vermenigvuldigen van  negatieve getallen gelden de volgende regels:
  • positief • positief = positief
  • positief • negatief = negatief
  • negatief • positief = negatief
  • negatief • negatief = positief

Slide 11 - Slide

-6 • -3 =
A
18
B
-18

Slide 12 - Quiz

7 • -8 =

Slide 13 - Open question

Is de uitkomst van de volgende som + of -?
5 • 300 • -2 • -24 • 6 • -32
A
+
B
-

Slide 14 - Quiz

Bereken -6 -(-3-5)∙ -2 -7 = ?

Slide 15 - Open question

3.2 Negatieve getallen delen

Slide 16 - Slide

-3 : 1 =
A
3
B
-3

Slide 17 - Quiz

Delen
  • Je weet:  3 • -4 = -12.
  • Dus is -12 : -4 = 3 en -12 : 3 = -4
  • Voor het delen van  negatieve getallen gelden de volgende regels:
  • positief : positief = positief
  • positief : negatief = negatief
  • negatief : positief = negatief
  • negatief : negatief = positief

Slide 18 - Slide

28 : -4 =
A
-7
B
7

Slide 19 - Quiz

-18 : -3 =
timer
0:15
A
6
B
-6

Slide 20 - Quiz

-50 : (5 - 3) - 18 : 3 =

Slide 21 - Open question

Leerdoelen
- Een positief met een negatief getal kunnen vermenigvuldigen.
- De regels voor het vermenigvuldigen van negatieve getallen weten en kunnen gebruiken
- Een positief met een negatief getal kunnen delen
- De regels voor het delen van negatieve getallen weten en kunnen gebruiken

Slide 22 - Slide

Zelfstandig aan het werk

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Wat?
Opgaven uit 3.1 + 3.2 Volgens periodeplan
Hoe?
Individueel of in tweetallen
Hulp?
- Theorie in boek
- Buurman/buurvrouw
- Docent

Slide 24 - Slide