Les 2 maart

Herhaling stof H8
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling stof H8

Slide 1 - Slide

Wat hebben we behandeld in H8?
  • Woordenlijst
  • Zwakke werkwoord vervoeging (wohnen) + stam eindigt op s-klank (heißen) (hoofdstuk 2, herhaling) 
  • müssen (modaal werkwoord)
  • Gebiedende wijs
  • Voorzetsels 

Slide 2 - Slide

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld: 
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis 

Slide 3 - Slide

Regelmatige werkwoorden
"normale vervoeging"
werkwoord: wohnen, stam: wohn   
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie/Sie wohn en


Stam eindigt op een s-klank.
s, ss, ß, sch, z
werkwoord: heißen, stam: heiß
ich heiß e
du heiß t
er/sie es heiß t
wir heiß en
ihr heiß t
sie/Sie heiß en

Slide 4 - Slide

(hören) Ich ... gerne Musik.

Slide 5 - Open question

(kaufen) Ihr ... solche teuere Sachen.

Slide 6 - Open question

(heißen) Wie .... das Mädchen?

Slide 7 - Open question

(besuchen) Du ... die Oma.

Slide 8 - Open question

(sitzen) Wir .... im Bus

Slide 9 - Open question


(kommen) Meine Eltern ... Morgen.

Slide 10 - Open question

(Reisen) ..... du morgen nach Italien?

Slide 11 - Open question

Gebiedende wijs
- gebiedende wijs gebruik je als je iemand een opdracht geeft

- aan het eind staat vaak een !

- wwg staat aan het begin van de zin, dus met een hoofdletter

- scheidbare werkwoorden splits je op

Slide 12 - Slide

3 vormen
beleefdheidsvorm (u)  -> hele werkwoord + Sie!
Wiederholen Sie, bitte!

meervoud  (2 of meer personen)   -> stam + (e)t   (ihr-vorm)
Schreibt bitte eine E-Mail!

enkelvoud  (1 persoon)  -> stam
 Räum bitte dein Zimmer auf!

Slide 13 - Slide

Gebiedende wijs 
kommen

beleefdheidsvorm: kommen Sie!
meervoud: kommt!
enkelvoud: komm!



Slide 14 - Slide

(kaufen) Mitchell, ...... bitte ein Pfund Butter!

Slide 15 - Open question

(laufen) Herr Bijker, ...... langsam bitte!

Slide 16 - Open question

(machen) Fritz und Heidi, ...... euere Hausaufgaben!

Slide 17 - Open question

e/i wechsel: hoe zat het?
Sterke werkwoorden met een -e- in de stam:
 de 'e' wordt een i (korte e) of ie (lange e)  bij du en er/sie/es

helfen  (korte e) -> du hilfst
lesen (lange e) -> du liest
let op bij geben (lange e, toch korte i) -> du gibst
    en bij nehmen (lange e, toch korte i) -> du nimmst


Slide 18 - Slide

Hoe zit dat bij de gebiedende wijs?
geben

beleefdheidsvorm: geben Sie!
meervoud: gebt!
enkelvoud: gib!

Slide 19 - Slide

(lesen, lange e) ...... den Text ruhig!

Slide 20 - Open question

müssen

Slide 21 - Slide

Normale vervoeging vs. modaal werkwoord
wohnen 
ich wohne
du wohnst
er/ sie/ es wohn
wir wohnen
ihr wohnt
sie/Sie wohnen
müssen
ich muss
du musst
er/ sie/ es muss
wir müssen
ihr müsst
sie/ Sie müssen

Slide 22 - Slide

du ...

Slide 23 - Open question

ihr ...

Slide 24 - Open question

er/sie/es

Slide 25 - Open question

wir

Slide 26 - Open question

(müssen) Er ... die Kinder von der Schule abholen.

Slide 27 - Open question

Ben je klaar voor de toets?

Slide 28 - Mind map