H8 financiële zelfredzaamheid lweo avl

Plenda
woensdag 14 mei lrn t/m 8.3 en mkn t/m 14
woensdag 21 mei lrn t/m 8.5 en mkn t/m 20
woensdag 28 mei lrn t/m 3.2 en mkn t/m 11, formatieve toets h8
woensdag 4 juni lrn t/m 3.2 en mkn t/m 25
woensdag 18 juni formatieve toets over h3 en h8
1 / 50
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Plenda
woensdag 14 mei lrn t/m 8.3 en mkn t/m 14
woensdag 21 mei lrn t/m 8.5 en mkn t/m 20
woensdag 28 mei lrn t/m 3.2 en mkn t/m 11, formatieve toets h8
woensdag 4 juni lrn t/m 3.2 en mkn t/m 25
woensdag 18 juni formatieve toets over h3 en h8

Slide 1 - Slide

Wat en waarom?
plenda invullen - uitleg en maken 8.1 t/m 8.3 - toetsbespreking doen we volgende week

Aan het eind van de les kun je de volgend begrippen uitleggen:
gemeenschap van goederen, financiele zelfredzaamheid, verzekeren, averechtse selectie, eigen risico en moreel wangedrag. je kunt ook verbanden aangeven tussen eigen risico en moreel wangedrag 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

toetsweek
H3 en H8

Slide 4 - Slide

H8 - Financiële zelfredzaamheid

Slide 5 - Slide

welke levensfase lijkt je het leukst, zover je dat nu kan beoordelen?
A
kindfase
B
tienerfase
C
volwassenfase
D
gepensioneerd

Slide 6 - Quiz

Wat zelf te regelen als je 18 wordt..
  • DigiD aanvragen (zodat je bij alle overheidsdiensten kan)
  • een eigen bank- en spaarrekening hebben
  • een eigen zorgverzekering regelen
  • zorgtoeslag aanvragen (met je DigiD)
  • aansprakelijkheidsverzekering regelen
    en ga je op jezelf wonen?
  • inboedelverzekering regelen

Slide 7 - Slide

Levenssituatie keuzes
  • studeren of gelijk gaan werken? (studielening)
  •  samenwonen; kopen of huren? (hypotheek)
  • kinderen: dus minder werken? hogere uitgaven?
  • scheiden, verhuizen?
  • (vroeger) met pensioen of doorwerken?
  • overlijden, erven, is alles goed geregeld?

Slide 8 - Slide

Zou jij willen trouwen?
A
Ja, kleinschalig (bijv. in gemeentehuis, gratis op maandagmorgen)
B
Ja, alles erop en eraan!
C
Nee, geen behoefte aan.
D
Nee, anders...

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Zou jij willen trouwen?
A
Ja, kleinschalig (bijv. in gemeentehuis, gratis op maandagmorgen)
B
Ja, alles erop en eraan!
C
Nee, geen behoefte aan.
D
Nee, anders...

Slide 11 - Quiz

Wanneer uit huis, eerste kind, trouwen, met pensioen, overlijden

Slide 12 - Slide

wat vind jij het meest belangrijke in jouw toekomstige beroep?
A
hoogte van het salaris
B
het samenwerken met doelgroep (kinderen/ patiënten/ collega's)
C
de status/ het aanzien
D
nuttig zijn voor de samenleving

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
Maken opgave 8.2 t/m 8.4

Slide 14 - Slide

Verzekeren
Om grote financiële risico's op te vangen VERZEKEREN mensen zich. Mensen zijn vaak risico-avers: risico's tegengaan.

Het idee: elke maand betaal je een x bedrag aan premie, en ALS er dan wat gebeurt, krijg je de geleden schade uitbetaald. 

Deels zijn verzekeringen verplicht (= collectieve verzekeringen)
 deels mag je het zelf bepalen (= particuliere verzekeringen)

Slide 15 - Slide

Wat voor heftige (en financieel nadelige) gebeurtenis kan je bedenken, waarvoor je je zou willen verzekeren?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

welke soort verzekeringen ken je al?

Slide 18 - Mind map

Particuliere verzekeringen
sluit je zelf af bij een bank of verzekeraar

betaal je maandelijks premie voor 

zijn MEESTAL vrijwillig + dekken persoonlijke risico's 
van voornamelijk bezit 


bijvoorbeeld: inboedelverzekering, fietsverzekering, reisverzekering, overlijdensrisicoverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, rechtsbijstandverzekering, autoverzekering, uitvaartverzekering, enz enz

Slide 19 - Slide

Goedemorgen! :)
Graag op tafel:
laptop (1 per twee personen)
boek, plenda, schrift
pen, rekenmachine

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het verzekeren van deze scooter, wat kost dat eigenlijk?

Slide 22 - Slide

Wat herinnner je je nog van het verzekeren van de scooter?
Samen overleggen ajb en 1 van de 2 vult in.

Slide 23 - Open question

https://www.unive.nl/scooterverzekering

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

afwezigen
Plenda bijwerken tot de toetsweek
3 minuten

Slide 26 - Slide

Wat en waarom?
plenda invullen - uitleg en maken 8.3 t/m 8.5- toetsbespreking doen we volgende week

Aan het eind van de les kun je de volgend begrippen uitleggen:
verzekeren, averechtse selectie, eigen risico en moreel wangedrag. je kunt ook verbanden aangeven tussen eigen risico en moreel wangedrag 

Ook weet je de voor- en nadelen van kopen en huren te benoemen.

Slide 27 - Slide

Collectieve verzekeringen
worden geregeld door de overheid

premie betaal je via je inkomstenbelasting

zijn verplicht; iedereen doet mee + dekken risico's van verschillende levensgebeurtenissen

Bijvoorbeeld: volksverzekeringen als AOW, Wlz, Wajong, kinderbijslag, basis zorgverzekering, bijstand, en werknemersverzekeringen zoals de werkloosheidswet, ziektewet, WIA (arbeidsongeschiktheid),

Slide 28 - Slide

Zorgverzekering
In Nederland is de BASIS zorgverzekering verplicht; iedereen moet zich verzekeren + de verzekeraars moeten je accepteren als klant (jong of oud, gezond of ziek)
= acceptatieplicht

De AANVULLENDE zorgverzekering is particulier (vrijwillig dus);
bijv. je tandartsverzekering, extra fysiobehandelingen, etc.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Goede en slechte risico's 
Goede risico's zijn verzekerde klanten die weinig risico lopen op schade: ze betalen meer premie dan dat ze 'claimen' (laten uitkeren vanwege geleden schade)

Slechte risico's lopen veel risico op schade; ze ontvangen meer geld van de verzekeraar voor hun schade dan dat ze aan premie betalen; dure klanten dus

Slide 31 - Slide

Problemen in de verzekeringswereld
AVERECHTSE SELECTIE: goede risico's haken af (want geclaimde schade < premie) en slechte risico's blijven over (dure klanten want schade > premie)

OPLOSSING? - premiedifferentiatie
- eigen risico
- maximum claimbedrag

Slide 32 - Slide

Problemen in de verzekeringswereld
MOREEL WANGEDRAG: verzekerden gaan grotere risico's nemen, omdat ze toch verzekerd zijn



Slide 33 - Slide

OPLOSSING? - premiedifferentiatie
           - eigen risico
                                    - maximum claimbedrag

Slide 34 - Slide

Aan de slag
Nakijken huiswerk t/m 9
wel 8
10 minuten
zoveel mogelijk alleen
vragen mag je stellen aan mij
als je klaar bent: 1 -> werk je verder aan het hoofdstuk 2
                                                           of 2 -> arceer je de begrippen EN de definities in je boek

Slide 35 - Slide

Maak in je schrift een overzicht tijdens het bekijken van het volgende filmpje


                            voordelen                                       nadelen
kopen

huren

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

2 voordelen van huren
(weer met zijn tweeën invullen)

Slide 38 - Open question

2 nadelen van huren
(weer met zijn tweeën invullen)

Slide 39 - Open question

2 voordelen van kopen
(weer met zijn tweeën invullen)

Slide 40 - Open question

2 nadelen van kopen
(weer met zijn tweeën invullen)

Slide 41 - Open question

Voordeel huren
– niet lenen(geen risico), maar gewoon vaste maandelijkse lasten.
– geen zorgen over onderhoud, dat is een taak voor de verhuurder.
– vrijheid, opzeggen en wegwezen.
– huurstijging van de huur is beperkt.
– mogelijkheid van huursubsidie.
– wettelijke huurbescherming.
– steeds meer keuze in huurvormen.

Slide 42 - Slide

Nadeel huren
– moderniseren van de woning loont niet. Vaak moet de woning bij vertrek weer in de oorspronkelijke staat opgeleverd worden.

– weinig keuze en mogelijk lange wachttijden.

– huur wordt in de toekomst misschien afhankelijk gemaakt van het inkomen (heeft betrekking op de sociale woningbouw).

Slide 43 - Slide

Voordeel kopen
– met een eigen huis doe je wat je wil, jij bent de baas.

– mogelijke waardestijging. Crisis of niet, een huis is een belegging voor de lange termijn.

– meer keuze, geen wachtlijsten voor een goede woning.

– je profiteert van de hypotheekrenteaftrek. en de nationale hypotheekgarantie.

Slide 44 - Slide

Nadeel kopen
– het kopen van een huis kost veel geld, zoals overdrachtsbelasting.

– mogelijkheid van waardedaling. Als de markt tegenzit, kan het verkopen van een huis lang duren.

– het onderhoud is voor jou.

– woonlasten kunnen variëren door wijziging rente en onzekerheid over hypotheekrenteaftrek.

Slide 45 - Slide

Aan de slag
Maken opgave 8.15 en 8.16
5 minuten
zoveel mogelijk alleen
vragen mag je stellen aan mij
als je klaar bent: 1 -> werk je verder aan het hoofdstuk 2
                                                           of 2 -> arceer je de begrippen EN de definities in

Slide 46 - Slide

Wat en waarom?
plenda invullen - uitleg en maken 8.3 t/m 8.5- toetsbespreking doen we volgende week

Aan het eind van de les kun je de volgend begrippen uitleggen:
verzekeren, averechtse selectie, eigen risico en moreel wangedrag. je kunt ook verbanden aangeven tussen eigen risico en moreel wangedrag 

Ook weet je de voor- en nadelen van kopen en huren te benoemen.



Slide 47 - Slide

Erven 
Een erfenis betreft alle schulden en bezittingen die een overledene achterlaat. 

Geen testament? Dan bepaalt het erfrecht welke nabestaanden welk deel krijgt.

Als de overlevende partner nog in het huis mag blijven wonen, noemen we dat vruchtgebruik. De andere erfgenamen krijgen de erfenis pas na het overlijden van de overlevende partner. 

Slide 48 - Slide

Aan de slag
8.18 (70.000)
8.19 (0 en 3 x 4938)

Had je deze antwoorden?
Extra oefenen op learnbeat H8
Of kijken op youtube van meneer Feddahi Kopen en werken H3 ( 4 minuten) en daarna starten met de opgaven van H3.

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Link